Algemene Rekenkamer adviseert over warmtetransitie
Belemmert een subsidie voor warmtepompen de ontwikkeling van een warmtenet in een bepaalde wijk? Dan is het beter om huiseigenaren deze subsidie niet langer te geven. Dat is een van de conclusies uit het rapport ‘Een koud bad voor warmtenetten’ dat de Algemene Rekenkamer op 4 februari naar de Tweede Kamer stuurde.

Toelichting bij deze afbeelding
Het aantal burgers dat een warmtepomp in huis laat plaatsen om het gebruik van aardgas terug te dringen, groeit de laatste 7 jaar veel harder dan het aantal woningen dat op een collectief warmtenet wordt aangesloten. Voor beide ontwikkelingen bestaan rijkssubsidies om Nederland in 2050 aardgasvrij te krijgen. Volgens de Algemene Rekenkamer verkleint de populariteit van de warmtepomp de kans dat plannen voor nieuwe warmtenetten in wijken met gemengde bouw financieel haalbaar zijn. Echter tot dusverre ging ruim 90 procent van de subsidies voor warmtepompen naar wijken zonder warmtenet, zo constateert de Rekenkamer.
Reactie KGG en VRO op subsidies warmteoplossingen
De ministers van Klimaat en Groene Groei (KGG) en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) zijn van mening dat de overlap tussen een warmtenet en een warmtepomp in de praktijk mee zal vallen omdat warmtenetten vooral ingezet worden in dichtbevolkte, stedelijke gebieden met veel gestapelde bouw. Daar is het vaak niet mogelijk om een warmtepomp te installeren, vanwege geluidsoverlast of (in het geval van gestapelde bouw) het ontbreken van een geschikte plek voor de buitenunit. Ook hechten ze aan keuzevrijheid voor huiseigenaren die van het gas af willen.
Daarnaast vinden de ministers het onwenselijk om in wijken waar op termijn een warmtenet komt bewoners te ontmoedigen eerder over te stappen op een warmtepomp. In veel gevallen verdient een warmtepomp zich binnen 10 jaar terug. Het zou dus onwenselijk zijn dat bewoners nog 10 jaar op het gas blijven, terwijl met een warmtepomp gedurende deze 10 jaar forse aardgas-/CO2-besparingen behaald kunnen worden.
Toezicht op rendement bij exploitatie warmtenetten
De Algemene Rekenkamer concludeert verder dat het de Autoriteit Consument & Markt (ACM) ontbrak aan goed zicht of warmtebedrijven een meer dan redelijk rendement halen bij de exploitatie van warmtenetten. De belangen voor consumenten waren volgens de Rekenkamer tot 2024 onvoldoende beschermd. De Rekenkamer adviseert om tijdig te evalueren of de ACM met de nieuwe rendementstoets – beschikbaar sinds augustus 2023 - de consument wel voldoende kan beschermen tegen onterechte tariefstijgingen van warmtebedrijven.
De minister van KGG vindt een formele evaluatie van de rendementstoets niet nodig omdat dit een tijdelijk instrument is. Wel kan de ACM de inzichten die ze opdoet bij het toepassen van de rendementstoets gebruiken om de kostengebaseerde regulering vorm te geven.
Aandacht voor kennisdeling
Verder adviseert de Rekenkamer om te borgen dat spelers in de warmtetransitie van elkaar kunnen blijven leren. Kennisdeling loopt volgens KGG en VRO via het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie en de nationale deelneming. De nationale deelneming kan onder de Wet collectieve warmte de rol vervullen van actief (mede)aandeelhouder in lokale/regionale warmtebedrijven.
Meer informeert
- Nieuwsbericht en kamerbrief ‘Een koud bad voor warmtenetten’ | Algemene Rekenkamer