De potentie van aardwarmte is groot
Een van de belangrijkste partners in nieuwe aardwarmteprojecten is publiek energiebedrijf Energie Beheer Nederland (EBN). Zodra er een nieuwe ‘toewijzing zoekgebied’ is schuift EBN aan. Manager business development warmtetransitie Ingrid Giebels nodigt gemeenten van harte uit om contact op te nemen. ‘’We hebben veel specialistische kennis in huis.”

Toelichting bij deze afbeelding
“De toewijzing zoekgebied aardwarmte geeft een bedrijf het alleenrecht om in een bepaald gebied te zoeken naar aardwarmte. Bij alle nieuwe toewijzingsvergunningen is deelname van EBN noodzakelijk”, legt Ingrid Giebels uit. “Dit is een resultaat van de aanpassing van de Mijnbouwwet in 2023. Het Rijk stimuleert kennisoverdracht tussen aardwarmteprojecten, wat een van de redenen is waarom wij betrokken zijn. Onze organisatie beschikt over uitgebreide specialistische kennis op het gebied van aardwarmte. En EBN heeft de mogelijkheid om een aandeel van 20 tot 40% te nemen en actief deel te nemen aan de projectontwikkeling.”
Betrokken bij energietransitie
EBN is een staatsdeelneming; de aandelen zijn voor 100 procent in handen van het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Van oudsher richt EBN zich op de Nederlandse gas- en oliewinning, maar sinds 2016 is het staatsbedrijf ook betrokken bij de energietransitie. Ingrid Giebels. “Mijn werk bij EBN focust zich op aardwarmte. Wij zitten vooral aan tafel bij de regio’s en de provincies om te helpen en te adviseren bij de ontwikkeling van aardwarmteprojecten.”
Bij EBN werken 60 mensen die zich bezighouden met aardwarmte, inclusief de medewerkers van het SCAN-team. “Het SCAN-team brengt de ondergrond in data-arme gebieden verder in kaart, zowel met geluidsgolven - seismiek - als met onderzoeksboringen. Met die data kunnen we andere partijen van waardevolle kennis voorzien.”
Op dit moment is het SCAN-team bijvoorbeeld bezig met een onderzoeksboring in De Bilt, om een aantal verschillende aardlagen te onderzoeken. “Deze aardlagen zijn mogelijk interessant voor de winning van aardwarmte. Omdat deze aardlagen in de ondergrond ver doorlopen, zijn de gegevens die we verzamelen voor meerdere gebieden interessant. Onder meer voor het noordelijke deel van de provincie Utrecht, Noord-Holland, Flevoland en Gelderland. Later dit jaar bouwen we de boortoren op in Ede voor de volgende onderzoeksboring.”
Meerdere jaren
Een aardwarmteproject kent verschillende fasen, die samen meerdere jaren in beslag nemen. “Na een toewijzing zoekgebied heb je een afgebakend gebied waarin je 4 jaar de tijd krijgt om te zien of aardwarmte daar mogelijk is. Je mag nog niet gaan boren, maar je kunt wel seismisch onderzoek doen. Met een warmteleveringsovereenkomst kun je de volgende vergunning - een startvergunning - aanvragen. Uiteraard pas als is gebleken dat aardwarmte hier op een veilige manier te winnen is. Natuurlijk ga je pas echt aan de slag als er ook een investeringsbesluit ligt. Je hebt flink wat subsidie nodig, dit is geen business die zichzelf kan bedruipen. Daarna komt nog de productievergunning, die meestal een looptijd heeft van 15 jaar. Het is altijd een langlopend traject. Vanaf toewijzing zoekgebied tot een werkende installatie moet je denken aan 5 tot 6 jaar.”
Ondanks de complexiteit ziet Giebels veel potentie in aardwarmte. “We staan echt nog aan het begin, maar ik verwacht dat we in 2050 met aardwarmte bijvoorbeeld een derde kunnen invullen van de warmtevraag van de glastuinbouw. En ook de warmtenetten in de gebouwde omgeving kunnen we voor minimaal een derde voeden met aardwarmte. De potentie van aardwarmte is misschien zelfs nog groter, alleen moeten vraag en aanbod natuurlijk wel goed op elkaar aansluiten. En je hebt wat ruimte nodig boven de grond. Voor de werkzaamheden is dat 1,5 voetbalveld, voor de uiteindelijke installatie nog maar een half voetbalveld. Dat is vaak wel op te lossen.”
Geschikte oplossing
Volgens haar weten niet alle gemeenten dat aardwarmte een zeer geschikte oplossing is voor de voeding van warmtenetten. “In bepaalde delen van Overijssel en in gebieden waar ook gas in de ondergrond zit is aardwarmte minder kansrijk, maar gelukkig kan het op veel plekken wel. In Zuid-Holland zijn al veel projecten gerealiseerd, omdat de ondergrond bekend is door vroegere olie- en gaswinning en de tuinbouw de grootste afnemer is met een geconcentreerde warmtevraag. Daar zijn dus al goede contacten tussen gemeenten en vergunninghouders. In de rest van het land is het besef nog niet overal doorgedrongen. Daarom zoeken wij actief contact met gemeenten, regio’s en provincie.”
Medewerkers van Giebels team zitten in verschillende gebieden structureel aan tafel. “Vooral in gebieden waar de warmtevraag groot is, waaronder Zuid-Holland, de Metropoolregio Amsterdam, Utrecht, Gelderland en Brabant. Zodra we meer input hebben vanuit ons SCAN-programma vertalen we dat naar wat dat betekent voor de potentie van aardwarmte. Zodat het meegenomen kan worden in de warmteprogramma’s. Onze focus ligt op gebieden die iets meer verstedelijkt zijn, omdat daar de warmtevraag het grootst is.”
Regionale potentie
Gemeenten die willen weten of aardwarmte voor hen een optie is, kunnen het beste eerst kijken op ThermoGIS. Op deze website kun je precies zien wat de regionale potentie is van aardwarmte. “In 2025 voegen we daar nog nieuwe informatie aan toe vanuit ons SCAN-programma. Soms heeft de provincie al aanvullende studies gedaan, meer toegespitst op de regio. Als er mogelijkheden zijn, is het goed om contact te zoeken met EBN. We staan daar altijd voor open. Aardwarmte is een duurzame, lokale en veilige bron en je kunt er lang mee vooruit. In Parijs gebruiken ze aardwarmte al sinds eind jaren 60.”