Lokale bestuurders delen inzichten in warmtetransitie tijdens doe-atelier
Op 6 maart organiseerde RES-regio West-Overijssel een vruchtbaar doe-atelier voor lokale bestuurders. Doe-ateliers geven bestuurders een actueel overzicht van de regionale warmtetransitie-ontwikkelingen, inclusief het verband met het energiesysteem en netcongestie. In West-Overijssel spraken zo’n 14 lokale bestuurders in de regionale energietransitie met experts van onder andere het NPLW.
RES-regio West-Overijssel bestaat uit de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle. 1 van de deelnemers van het doe-atelier was wethouder in gemeente Steenwijkerland, Marcel Scheringa. Hij kijkt terug op een leerzame bijeenkomst. “We hebben in onze RES-regio natuurlijk regelmatig gesprekken met elkaar over de warmtetransitie. We helpen elkaar en leren van elkaar. De expertise van het NPLW dat actuele kennis vanuit de ministeries meeneemt, zorgt ervoor dat de dilemma’s nog scherper op tafel komen te liggen.”
Nieuwe inzichten dankzij doe-atelier
Wethouder Scheringa vertelt over de inzichten die hij mee naar huis nam na het doe-atelier in zijn regio. “Steenwijkerland is een gemeente met veel kleinere kernen, zonder grote nieuwbouwprojecten. Warmtenetten zijn voor een gemeente als de onze minder geschikt, dus in onze warmtetransitievisie dachten we aan de opties elektrificatie en groengas. In het doe-atelier kwam naar voren dat groengas, volgens de landelijke inzichten, maar beperkt beschikbaar is in de toekomst. We kunnen het gebruiken voor bijvoorbeeld de monumentale panden die we niet optimaal kunnen isoleren, maar het is geen geschikt breed alternatief voor de hele bebouwde omgeving. Dat betekent dat we opnieuw moeten afwegen welke adviezen we geven aan onze inwoners en dat all electric-oplossingen nog belangrijker worden.”
Nieuwe wetten als de Wcw en de Wgiw geven gemeenten handvatten om de warmtetransitie verder te ontwikkelen. De doe-ateliers helpen bij het praktisch gebruik maken van deze nieuwe instrumenten. Scheringa: “In Steenwijkerland moeten we nauwkeurig gaan kijken naar de planning van het laag-, midden- en hoogspanningsnet. In welke wijken willen we starten met het verzwaren van de netten. Gelukkig zijn er meer gemeenten van onze omvang met die uitdaging waar we van kunnen leren. Dat zou een thema van een nieuwe sessie kunnen zijn.”
Doe-ateliers richten zich op de rol van bestuurders en hun regie in de uitdagingen. Ze bieden praktische informatie over nationale ontwikkelingen en beschikbare instrumenten. De sessies geven inzicht in de voortgang van de warmtetransitie op regionaal niveau, inclusief problemen met netcongestie, bronnen, warmtenetten, warmtepompen en isolatie. Het NPLW kan praktijkknelpunten aankaarten bij nationale overlegtafels, zoals de Samenwerkingstafel Lokale Warmtetransitie, waar zowel uitvoerende partijen als ministeries oplossingen bespreken. Ook een doe-atelier organiseren? Neem hiervoor contact op met je accounthouder.