Tweede Kamer stemt in met Wgiw
De Tweede Kamer heeft op 23 april ingestemd met het voorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). De Wgiw geeft gemeenten bevoegdheden om wijken, buurten en dorpskernen volledig te voorzien van een duurzaam warmtealternatief.
Aanwijsbevoegdheid
Een belangrijk instrument uit de Wgiw is de aanwijsbevoegdheid. Met de aanwijsbevoegdheid kunnen gemeenten vanuit hun regierol gebieden aanwijzen die aardgasvrij moeten worden en overgaan op een duurzame warmtevoorziening. Door per gebied of wijk aan de slag te gaan, kunnen gemeenten samen met bewoners, gebouweigenaren en partners een zorgvuldig proces doorlopen. Hierin maken ze een afweging over wat per wijk het beste warmtealternatief is en wanneer woningen en gebouwen niet langer met aardgas worden verwarmd. De wet borgt ook dat woningeigenaren keuzevrijheid hebben om te kiezen voor een eigen duurzaam en aardgasvrijalternatief.
Warmteprogramma
Zoals afgesproken in het Klimaatakkoord hebben gemeenten in 2021 een transitievisie warmte opgesteld, waarin is aangegeven welke wijken tot en met 2030 onder regie van de gemeenten zullen worden verduurzaamd. Met ingang van de Wgiw gaat de transitievisie warmte gelden als een verplicht programma onder de Omgevingswet. De naam verandert dan in warmteprogramma.
Ook in het warmteprogramma geven de gemeenten aan welke wijken de komende 10 jaar zullen worden verduurzaamd en/of de aanwijsbevoegdheid wordt ingezet. Gemeenten moeten het warmteprogramma vijfjaarlijks herijken en laten vaststellen door het college van burgemeester en wethouders, voor het eerst op uiterlijk 31 december 2026. Het warmteprogramma moet voldoen aan alle eisen die de Omgevingswet, Wgiw en onderliggend besluit stelt.
Net als bij de transitievisie warmte kan het warmteprogramma verder worden uitgewerkt in uitvoeringsplannen per gebied. NPLW heeft hiervoor een handreiking ontwikkeld.
Warmtetarieven
Verder zijn in de Wgiw wijzigingen opgenomen in de rekenmethodiek voor de maximumtarieven voor warmte en bepalingen over transparantie over de kosten. Dit heeft als doel om de kosten voor bewoners en woningeigenaren omlaag te brengen. De wijzigingen maakten eigenlijk onderdeel uit van het voorstel Wet collectieve warmte (Wcw), waarmee de marktordening voor warmte wordt geregeld. Door ze mee te nemen in de Wgiw is de hoop dat ze eerder van kracht kunnen worden, aangezien de behandeling van de Wgiw voorloopt op de Wcw.
Vervolgtraject Wgiw
De Wgiw is pas definitief nadat de Eerste Kamer ermee instemt, en de wet is gepubliceerd in de Staatscourant. Het is de bedoeling dat de wet per 1 januari 2025 van kracht is.
Ondersteuningsaanbod NPLW
NPLW werkt ondertussen aan een handreiking warmteprogramma, die rond de zomer van 2024 gereed zal zijn. Verder komen er in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties juridische sessies voor gemeenten.