De regeling wordt van 2023 tot en met 2025 aan de regio’s uitgekeerd. Hiermee kunnen gemeenten expertise organiseren en delen. Door de regionale samenwerking zo te versterken wordt een extra impuls gegeven aan de warmtetransitie. Die houdt niet op bij de gemeentegrenzen en voor veel gemeenten is er een tekort aan expertise en personeel.
Warmtetransitie
In 2050 moeten alle woningen en andere gebouwen in Nederland aardgasvrij zijn. Gemeenten hebben hierin als regisseur een cruciale rol. Een complexe opgave omdat de verandering naar nieuwe technieken en de isolatiemaatregelen die daarbij horen, vraagt om een andere manier van samenwerken met alle betrokken partijen. Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is 1 januari gestart om gemeenten hierbij te ondersteunen. De regiostructuur biedt extra ondersteuning aan gemeenten om invulling te geven aan hun regierol. Het NPLW ontwikkelt de komende periode handvatten voor een effectieve invulling van deze regiostructuur en werkt actief samen met de regiocoördinator warmte om deze regiostructuur snel werkend te krijgen.
Hoe werkt de regeling
De indeling van de RES-regio’s vormt de basis van de regiostructuur. Hiervoor is gekozen omdat deze aansluit bij de bestaande, regionale samenwerkingsstructuur in de energietransitie. Het bedrag wordt aan de regio’s uitgekeerd via een Specifieke uitkering (SPUK) van het ministerie van BZK op basis van een verdeelsleutel. Gemeenten wijzen onderling in hun regio een budgetgemeente aan die de financiën beheert.
De gemeenten bepalen gezamenlijk waar zij deze middelen voor inzetten. Bijvoorbeeld: inhuren van expert(s) die projectmatig bij meerdere gemeenten inzetbaar zijn of de middelen inzetten in een deelgebied met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Gemeenten kunnen ook besluiten de middelen door te geven aan de provincie of een ander samenwerkingsverband met een ondersteuningsstructuur in de regio. Regio’s kunnen er ook voor kiezen de middelen te bundelen of in deelgebieden van de regio weg te zetten.
Regiocoördinator
Elke regio wijst of neemt een regiocoördinator aan. Dit kan de coördinator vanuit de Regionale Structuur Warmte zijn, die er taken bij krijgt. De regiocoördinator is verantwoordelijk voor het organiseren van de afstemmingsoverleggen tussen de gemeenten in de regio, met de provincie, netbeheerder(s) en woningcorporaties. Hij is ook het aanspreekpunt voor de accounthouders van het NPLW en neemt deel aan NPLW-netwerkbijeenkomsten. Daarnaast haalt de regiocoördinator kennis op, signaleert knelpunten en deelt deze binnen de regio en met het NPLW.
Planning en proces
De regeling wordt van 23 februari 2023 tot en met 23 maart 2023 via internet geconsulteerd. Via deze link is de regeling en het voorgestelde bedrag per regio in te zien en kunnen overheden, burgers en bedrijven reageren. Deze consultatie en de reacties dragen bij aan een verbetering van de regeling. Naar verwachting gaat de regeling per 1 juli in en kunnen de regio’s een aanvraag voor de middelen indienen.
Wat kunnen gemeenten al doen?
Met de middelen in het vooruitzicht kunnen gemeenten binnen de regio alvast een eerste overleg organiseren om de besteding en aanvraag hiervan te bespreken. En kunnen zij een regiocoördinator aanwijzen of aantrekken. Daar waar nog geen regio’s zijn gevormd, kunnen gemeenten hiermee alvast een start maken.
Voor vragen over de regionale samenwerking en de concept SPUK-regeling kunnen gemeenten contact opnemen met hun NPLW-accounthouder