“Riothermie is op veel plekken inzetbaar”
In Amsterdam-Noord willen Woonstichting Lieven de Key, Firan en Waternet ruim 600 sociale huurwoningen aansluiten op een zeerlagetemperatuurnet. De bron voor het warmtenet is riothermie: restwarmte uit rioolwater. Als alles meezit, gaat in het najaar de schep de grond in. “Het is mooi om te laten zien dat bepaalde alternatieven voor gas echt mogelijk zijn.”

“De initiatiefnemer van dit project is onze voormalige directeur Leon Bobbe”, vertelt projectmanager Jeroen Rademaker van woningcorporatie Woonstichting Lieven de Key. “Vooruitlopend op de warmtetransitie wilde hij 5 jaar geleden al heel graag een deel van ons woningbezit aardgasvrij maken met behulp van restwarmte. Samen met Firan en Waternet heeft hij een buurt gezocht waar het mogelijk is om riothermie toe te passen.”
Technisch gezien is riothermie relatief simpel. Niet ver van de woningen loopt een grote rioolpersleiding. Daar stroomt afvalwater doorheen van ’s winters ongeveer 10 graden en ’s zomers 20 graden. Waternet sluit onder de grond een grote, nieuwe warmtewisselaar aan als overgang tussen het riool en het nieuwe warmtenet. In deze warmtewisselaar warmt het afvalwater het water in het nog aan te leggen warmtenet op. Firan legt een zeerlagetemperatuurnet aan om het opgewarmde water te transporteren naar de gebouwen en levert warmte aan Lieven de Key. Een collectieve warmtepomp brengt het water op de juiste temperatuur.
600 sociale huurwoningen
De nieuwe bron wordt straks gebruikt om 607 sociale huurwoningen uit de jaren ‘70 te verwarmen. Het gaat om 3 woonblokken met 128 appartementen waar vooral veel ouderen wonen. En om een studentenflat van 16 verdiepingen met 404 studio’s en een 5-laags woongebouw met 75 2-kamerappartement voor jongeren. Rademaker: “Daarnaast heeft Lieven de Key meer bezit in de buurt dat mogelijk in de toekomst aangesloten kan worden.”
Isoleren en tochtvrij maken
“De eerste stap is natuurlijk isoleren, en ook tochtvrij maken”, vertelt Rademakers. “We lieten onderzoek doen door meerdere kozijn- en geveldeskundigen. Uit blowertests (om de luchtdichtheid te meten) en infraroodfoto’s bleek dat het tochtvrij maken een effectieve maatregel is. Dus worden tochtstrips op professionele wijze geplaatst. En kozijnen die in hoge mate tochten, worden geheel vernieuwd.”
Om de bewoners te laten zien dat de initiatiefnemers willen ‘doorpakken’, zijn ze al vorig jaar gestart met het vernieuwen van de bestaande, verouderde dubbele ruiten uit de jaren ’80. De ventilatieroosters in de kozijnen worden gemoderniseerd (‘zelfregulerend gemaakt’) en de dakisolatie wordt verhoogd naar nieuwbouwnormen (Rc=6,0). Ook zijn er nieuwe zonnepanelen op het dak neergelegd, met kabels die rechtstreeks naar de nog te realiseren Riothermie-warmtepompen kunnen.

Toepassen en leren
Een van de partners in het project is dus Firan, een dochteronderneming van Alliander die werkt aan ontwikkeling van duurzame energienetwerken. “Dit project zien we als een mooie kans om meer te leren over het toepassen van een warmtenet met lage temperatuur in bestaande bouw”, legt senior business ontwikkelaar Leonie Schaart uit. “Dit is het eerste project waarin we riothermie inzetten voor bestaande woningen. We krijgen hiervoor subsidie van het ministerie van Klimaat en Groene Groei, omdat er op veel plaatsen potentie is voor het herhalen van het riothermie-principe. Daarnaast wordt dit project mede mogelijk gemaakt door subsidie van de gemeente Amsterdam.”
Publieke partij
Firan heeft samen met de provincie Noord-Holland het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland (DEN-NH) opgericht, waarbij Firan de dagelijkse operationele taken uitvoert. DEN-NH is het warmtebedrijf en is een publieke partij. Naast transporteur is DEN-NH ook de leverancier van warmte en levert de warmte aan de Key. De Key levert de warmte vervolgens door aan haar huurders. Daarmee voldoet dit project aan een belangrijke voorwaarde uit de beoogde Wet collectieve warmte (Wcw), dat 51% (of meer) van het warmtebedrijf in publieke handen moet zijn.
Duurzame warmtevoorziening
Waternet werkt aan dit project in opdracht van de gemeente Amsterdam. Wilko Koning is intern opdrachtgever voor de uitvoering: “De meeste rioolpersleidingen zijn eigendom van het waterschap, maar deze leiding is van de gemeente. Net als andere gemeenten wil Amsterdam werken aan CO2-reductie en een van de manieren om dat te bereiken is een duurzame warmtevoorziening met zo min mogelijk CO2-uitstoot. Riothermie is daar zeer geschikt voor omdat de warmte in het afvalwater al geproduceerd is. Veel zuiniger en groener wordt het niet.”
2 jaar geleden zijn de initiatiefnemers al begonnen om bewoners te enthousiasmeren voor het project – met een hele reeks informatieavonden en voorlichtingsmateriaal. Het is gelukt om de meesten mee te krijgen. Rademaker: “Ruim 70% van de bewoners heeft inmiddels met de plannen ingestemd en dat was nodig om dit project door te laten gaan. Mensen waren natuurlijk blij om te horen dat ze voor de werkzaamheden niet hun huis uit moesten en dat de radiatoren ook niet vervangen hoeven te worden. Bovendien komen er zonnepanelen en hebben we gezorgd dat de woningen beter geïsoleerd worden. Met nieuwe ramen en dakisolatie.” Leonie Schaart: “De realisatie van zo’n project lukt alleen met steun van de bewoners.”
Signalen op groen
Ze zijn optimistisch over de slagingskans van het project. Leonie Schaart: “We gaan er gewoon vanuit dat later dit jaar de spade de grond in gaat.” Jeroen Rademaker: “In mei of juni hakken we definitief de knoop door. Maar alle signalen staan op groen.” Leonie Schaart: “Wat ik persoonlijk heel leuk vond, was om het enthousiasme te zien op een van de bewonersavonden. Een mevrouw van een jaar of 70 met een hondje zei het nog maar een keer, in plat-Amsterdams: ‘luister nou effe, als we het nu niet doen, betalen we later veel meer. We doen het gewoon’, was haar conclusie. Voor mij was dat het kantelpunt.” Jeroen Rademaker: “Hopelijk kunnen we in het voorjaar van 2026 overschakelen naar aardgasvrije warmte en elektrisch koken.”
De initiatiefnemers zijn ervan overtuigd dat gemeenten riothermie op veel plekken kunnen toepassen. “Stiekem hopen we natuurlijk dat heel Nederland overgaat op rioolwarmte, haha. Maar serieus: dit idee is herhaalbaar op heel veel plekken in Nederland.” Wilko Koning: “We hebben dit onderzocht voor Amsterdam en het hele gebied van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en we zien daar tientallen mogelijkheden. Ik moet er bij zeggen dat riothermie vooral toepasbaar is op plekken die dichter bevolkt zijn, zoals de Randstad. Hoe meer mensen, hoe meer je kunt met rioolwarmte.” Leonie Schaart: “Er komen nog zo weinig nieuwe initiatieven voor warmtenetten echt van de grond... Het is mooi om te laten zien dat bepaalde alternatieven voor gas echt mogelijk zijn. Het kan wel!”
Samen doen
De eerste tip die Jeroen Rademaker heeft voor andere gemeenten is duidelijk. “Bel als eerste je netbeheerder, zodat de stroomvoorziening tijdig op orde is. En trek daarnaast ruim voldoende tijd uit voor het informeren van de bewoners. Je wilt mensen niet overrompelen met zo’n idee.” Leonie Schaart: “Je moet het samen doen. Ook als deelnemende partijen denken we volop met elkaar mee, omdat we uiteindelijk allemaal hetzelfde doel hebben.”
Wilko Koning wijst op de noodzaak van de aanwezigheid van een warmteleverend bedrijf, zoals Firan in dit project is. “Zorg dat je samenwerkt met zo’n bedrijf. Gemeenten moeten verder bereid zijn om een flinke investering te doen. Dat geld krijg je op termijn weer terug, maar het gaat niet zonder het nemen van risico. In een project als dit heb je een bron nodig, een warmteleverancier én afnemers. Zoek elkaar op, want je hebt elkaar nodig.”