Wat betekent de Wcw voor de regierol van gemeenten?
De gemeente beslist bij inwerkingtreding van de Wet collectieve warmte (Wcw) waar er een warmtekavel komt en hoe daar het warmtenet verder wordt ontwikkeld. De gemeenteraad heeft bevoegdheden onder de Wcw, maar ook onder de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Op basis van de Wgiw kan de gemeente straks ook aangeven waar het aardgas wordt uitgefaseerd. Beide wetten treden naar verwachting 1 januari 2026 in werking.
Vastellen warmtekavel en aanwijzen warmtebedrijf
Een gemeente stelt een warmtekavel vast in samenspraak met gemeenten in de regio. Dat is nodig om de transitie tegen de laagste nationale kosten te laten plaatsvinden. Als het warmtekavel is vastgesteld, kan een gemeente ook een warmtebedrijf aanwijzen. Dat warmtebedrijf stelt dan eerst een globaal en later een uitgewerkt kavelplan op. Het warmtebedrijf is verantwoordelijk voor het aanleggen en exploiteren van het warmtenet.
Burgers hebben straks onder de Wcw een aansluitrecht en het warmtebedrijf een aansluitplicht op een warmtenet.
Publiek meerderheidsbelang
Onder de Wcw beweegt de markt van overwegend privaat naar een overwegend publieke markt. Bestaande warmtebedrijven krijgen een aanwijzing in een warmtekavel voor een bepaalde duur. Die mogen dan nog een aantal jaar exploiteren. Maar na afloop van die aanwijzing moeten 51% of meer van de aandelen naar een warmtebedrijf dat in overwegend publieke handen is.
Voor nieuwe warmtenetten wijzen gemeenten een overwegend publiek warmtebedrijf aan. In de eerste 7 jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel kan het zo zijn dat er geen publieke partij aanwezig is. In dat geval mag de gemeente voor een private partij kiezen. Maar uiteindelijk moeten alle aandelen naar een warmtebedrijf dat overwegend publiek is.
Waarom is publiek zeggenschap noodzakelijk?
Met de komst van publieke warmtebedrijven komt er ook publiek zeggenschap. Dat is van belang om de volgende redenen:
- Een publiek warmtebedrijf handelt ook vanuit het publieke belang. De publieke partij bepaalt immers de koers van binnenuit van het warmtebedrijf.
- Regulering achteraf is niet effectief. Het gaat hier immers om een markt met grote investeringen, die ook verzonken zijn en moeilijk achteraf te corrigeren zijn.
- Warmtelevering is een nutsvoorziening en een natuurlijk monopolie waar heel veel mensen van afhankelijk zijn.
- Voor het draagvlak van de warmtetransitie is het belangrijk dat warmtebedrijven overwegend publiek zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit recent onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Integraal warmtebedrijf
Het aangewezen publieke warmtebedrijven wordt verantwoordelijk voor het gehele warmtesysteem. Dat betekent dat het warmtebedrijf de warmte mag inkopen, maar voor de rest verantwoordelijk is: vanaf het ophalen bij de bron tot aan de levering bij de consument. Het mag een publiek bedrijf zijn, maar ook een warmtegemeenschap. Een warmtegemeenschap is enigszins vergelijkbaar met energiegemeenschappen.
Uitzondering voor kleine collectieve systemen
Voor kleine collectieve systemen geldt een uitzondering. Bij een ontheffing voor een klein collectief systeem (van 10 tot 1.500 aansluitingen) mag de warmtelevering ook aangelegd en geëxploiteerd worden door een privaat bedrijf.