Welke sturingsmogelijkheden krijgen gemeenten onder de Wet collectieve warmte (Wcw)?
Gemeenten krijgen een centrale rol in het besluitvormingsproces met betrekking tot collectieve warmte. Ze bepalen waar een collectieve warmtevoorziening komt en wie de collectieve warmtevoorziening kan aanleggen en exploiteren.
Transporteren en leveren van collectieve warmte onder regie van de gemeente
Op grond van de Wcw is het verboden om warmte te transporteren en te leveren zonder aanwijzing door het college van burgemeester en wethouders. De gemeente stelt eerst een warmtekavel vast. De volgende stap is dat het college een warmtebedrijf aanwijst voor het betreffende warmtekavel. Die aanwijzing kan de gemeente verlenen aan een:
- warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang;
- warmtegemeenschap.
Als de gemeente een publiek warmtebedrijf of een warmtegemeenschap aanwijst, is deze exclusief bevoegd om warmte te leveren in een warmtekavel voor de volledige periode van aanwijzing (minimaal 20 en maximaal 30 jaar).
Verantwoordelijkheid publieke warmtebedrijf of warmtegemeenschap
Het publieke warmtebedrijf of de warmtegemeenschap is helemaal verantwoordelijk voor:
- de continuïteit en kwaliteit van de collectieve warmtevoorziening binnen een warmtekavel;
- het daarvoor noodzakelijke transport en de levering van warmte;
- de productie of inkoop van warmte ten behoeve daarvan.
Het warmtebedrijf of de gemeenschap is verplicht om verbruikers binnen de warmtekavel aan te sluiten, tenzij een potentiële verbruiker aangeeft dat niet te willen. Daarnaast is het warmtebedrijf verantwoordelijk voor een betrouwbare, betaalbare en duurzame warmtelevering.