Toegankelijkheidslinks Ga naar de hoofdinhoud
NPLW logo
Helpdesk

Bestaande bouw aansluiten op een warmtenet

Bij het verduurzamen van 1,5 miljoen woningen is een belangrijke rol weggelegd voor warmtenetten. In 2030 moeten namelijk 500.000 extra warmtenetaansluitingen gerealiseerd zijn. Het gaat hier om grondgebonden woningen en gestapelde bouw met blokverwarming.

Blokverwarming

De meeste woningen in Nederland worden verwarmd met een cv-ketel. Als meerdere woningen of flats worden verwarmd met een centrale ketel (meestal op aardgas), heet dat blokverwarming. Leidingen die al aanwezig zijn in het gebouw transporteren de warmte naar de verschillende woningen in het gebouw.

Varianten blokverwarming

Blokverwarming kent verschillende varianten. Deze hebben vooral te maken met de manier waarop het tapwater wordt bereid. Dit kan via individuele geisers of elektrische boilers. Of via een apart warmtapwaternet dat het tapwater centraal opwarmt en transporteert naar de woningen. Vaak staat de bestaande centrale gasketel op de begane grond, en soms op het dak. Bij een aansluiting op een warmtenet, wordt de gasketel vervangen door een centrale afleverset van het warmtenet. Dit is meestal geen grote ingreep, bewoners merken hier weinig van.

Vaak koken bewoners op aardgas in complexen met blokverwarmingssystemen. De variant met individuele geisers voor warm tapwater gebruikt nog gas. Het tapwater verwarmen vanuit het warmtenet vraagt om een grotere ingreep in de individuele woning. In de woningen moeten individuele afleversets worden geplaatst en ook het leidingwerk moet worden aangepast. Een andere mogelijkheid, die minder ingrijpend is, is om het tapwater te verwarmen met individuele elektrische boiler. De stroomaansluiting moet wel voldoende groot zijn, ook in combinatie met elektrisch koken.

Afleversets warmtenet

Een afleverset voor warmtelevering is een manier om een binneninstallatie die op een warmtedistributienet is aangesloten, te voorzien van warm water voor de centrale verwarmingsinstallatie en warm tapwater. Er bestaan individuele en collectieve afleversets. Deze kun je op verschillende manieren aansluiten op bestaande bouw.

Individuele afleversets

Als je een woning aansluit op een warmtenet die een cv-ketel had als verwarmingssysteem, dan wordt deze vervangen door een individuele afleverset. Dit is een apparaat met warmtewisselaars die de warmte van het warmtenet overdragen op de binneninstallatie. Er zijn er 2 varianten:

  • scheiding (warmtewisselaar) tussen het distributienet en de ruimteverwarming;
  • geen scheiding: water in het warmtenet stroomt direct door het afgiftesysteem.

Gescheiden afleversets worden het meest gebruikt in de bestaande bouw vanwege minder hoge druk in de binneninstallatie, minder kans op lekkages en minder impact van de waterkwaliteit op de binneninstallatie.  

Collectieve afleversets

In complexen kan sprake zijn van collectieve afleversets, bijvoorbeeld in complexen met blokverwarming. Van de collectieve afleversets loopt het verwarmde water naar de individuele appartementen of flats. Het water wordt meestal rechtstreeks door het afgiftesysteem geleid. Voor warm tapwater plaatst de gebouweigenaar een aparte warmtewisselaar of een individuele elektrische boiler of doorstroomverwarmer.

Verantwoordelijkheid warmtebedrijf en gebouweigenaar

De verantwoordelijkheid van het aansluiten van een gebouw op een warmtenet ligt bij het warmtebedrijf, bij de gebouweigenaar, of er tussenin. Dit heet de demarcatie tussen warmtebedrijf en gebouweigenaar. We gaan uit van gebruikelijke situaties. Daarna geven we aan waar de demarcatie (overgang van warmtebedrijf naar gebouweigenaar) ligt op het moment dat de warmte geleverd wordt.

3 modellen

Bij het aansluiten van een warmtenet binnen een gebouw legt de eigenaar een leiding aan vanaf de gevel tot en met de afleverset in de woning. Dit vraagt om installatietechnisch werk (leidingen en afleverset) en bouwkundig werk (sparingen, mantelbuizen en afwerking). Daarnaast wordt de cv-ketel vervangen door de afleverset en wordt de binneninstallatie daarop aangesloten. De verantwoordelijkheden voor de werkzaamheden kunnen op 3 manieren verdeeld worden tussen de gebouweigenaar en het warmtebedrijf:

  1. Tot en met de afleverset. Het warmtebedrijf verzorgt de installatietechnische werkzaamheden tot en met de afleverset. De gebouweigenaar zorgt voor de bouwkundige ingrepen en de aansluiting van de binneninstallatie op de afleverset.
  2. Tot aan de gevel. Het warmtebedrijf legt het warmtenet aan tot aan de gevel. De gebouweigenaar zorgt voor het volledige inpandige werk vanaf de gevel, inclusief de plaatsing van de afleverset. Na realisatie wordt het deel vanaf de gevel tot de afleverset overgedragen aan het warmtebedrijf.
  3. Alles leveren. Het warmtebedrijf verzorgt alles, inclusief de aansluiting van de binneninstallatie op de afleverset. Dit gebeurt in opdracht van de gebouweigenaar.
ModelVoordelenNadelen en aandachtspunten
1. Tot en met afleversetVerantwoordelijkheid bij realisatie is gelijk aan die van de beheerfase. Minder aanvullende afspraken nodig.2 partijen moeten werkzaamheden aan de woning doen. Hiervoor is goede afstemming nodig.
2. Tot aan de gevelDe woningcorporatie kent het eigen gebouw het beste en kan het werk vaak uitvoeren met minder risico. Er is 1 aanspreekpunt voor de bewoner.Goede afspraken met het warmtebedrijf zijn gewenst over de leidingen tot en met de afleverset. Er is hiervoor bijvoorbeeld ook personeel nodig wat gecertificeerd is om te werken met stadswarmte. 
3. Alles verzorgenDe gebouweigenaar wordt ontzorgd. Er is 1 aanspreekpunt voor de bewoner.Valt momenteel buiten de ‘core business’ van veel warmtebedrijven.

 

De keuze voor een model gaat vooral over welke partij de uitvoering het beste kan organiseren. Dit kan los staan van wie welke kosten draagt. De keuze voor een model hangt ook af van de doelgroep. Het ontzorgen van een gebouweigenaar kan belangrijk zijn bij particulieren. Soms speelt de gemeente een rol, bijvoorbeeld ondersteunen bij collectieve inkoop van de aansluiting op de afleverset.

Beheerfase

In de beheerfase is de warmteleverancier verantwoordelijk voor het warmtenet tot en met de afleverset in het gebouw. Het warmtebedrijf verhuurt de afleverset aan de bewoner. De gebouweigenaar is verantwoordelijk voor de binneninstallatie die aangesloten is op de afleverset. We leggen het hier uit aan de hand van 3 voorbeelden:

Gestapelde bouw: blokverwarming

Bij blokverwarming vervangt de centrale afleverset de centrale gasketel. Er zijn 2 situaties mogelijk. De gebouweigenaar (verhuurder of VvE) koopt de warmte in bij het warmtebedrijf (centrale afleverset) en levert deze aan de bewoners. Of het warmtebedrijf levert rechtstreeks aan de bewoners. De gebouweigenaar is eigenaar van het inpandige leidingwerk en is verantwoordelijk voor het onderhoud.

Gestapelde bouw: individueel

De appartementen krijgen in de nieuwe situatie een eigen afleverset als ze eerst een individuele ketel hadden. Ook gebouwen die eerst blokverwarming hadden, worden soms omgebouwd naar individuele afleversets. Het warmtebedrijf is verantwoordelijk voor het beheer van de leidingen tot en met de afleverset. Leidingen die aan een gebouw vastzitten, worden juridisch eigendom van de gebouweigenaar. Daarom wordt vaak een recht van opstal gevestigd en worden er afspraken gemaakt over het beheer en onderhoud van de leidingen.

Grondgebonden woningen

Het warmtebedrijf is verantwoordelijk voor het beheer tot en met de afleverset. De gebouweigenaar is verantwoordelijk voor de binneninstallatie.

Keuzemodel bestaande bouw aansluiten

Bestaande woningen aansluiten op een warmtenet kan op verschillende manieren. Het 'keuzemodel bestaande bouw aansluiten op een warmtenet' is een handig hulpmiddel voor warmtebedrijven en eigenaren om inzicht te krijgen in de verschillende technische mogelijkheden en hun voor- en nadelen bij het aansluiten van bestaande bouw op een warmtenet. Naast deze kwalitatieve beoordeling geeft de tool een overzicht van de kosten vanaf de hoofdleiding in de straat tot en met de aflevering van de woningen. De bouwkundige - en technische installatiekosten na de afleverset zitten ook in dit model. Het model heeft dit jaar (2024) een update gekregen met daarin een prijsindexatie en verdere aanvulling op de keuzeopties, geverifieerd bij marktpartijen. Naast de update is er nu ook een model ontwikkeld voor collectieve aansluiting.

Het model gaat uit van 3 basistypes woningen: 

  • Eengezinswoningen
  • Een portiekflat
  • Een galerijflat

Deze 3 type woningen dekken een groot deel van de bestaande woningvoorraad. Het individuele model gaat ervanuit dat de woningen een individuele gasgestookte combinatieketel hebben. Het nieuwe model gaat uit van een collectieve gasgestookte installatie. Daarnaast is er alleen sprake van warmtelevering.

Het keuzemodel is een Excel-document en bestaat uit 2 versies. Voor indicatief gebruik geeft het model een snel en indicatief overzicht van alle aansluitmogelijkheden en bijbehorende kosten. De kosten zijn opgebouwd vanuit perspectief van 100% deelname. En de expert-gebruikversie is bedoeld voor een expert die ook zelf aan de slag kan met de onderleggers van het model. De uitleg hiervoor vind je in het keuzemodel onder het tabblad 'instructie expertversie'. Vraag het wachtwoord op bij de helpdesk.

Download het keuzemodel of lees meer over de achtergrond en kostenkengetallen in de rapporten van Atriensis.