Toegankelijkheidslinks Ga naar de hoofdinhoud
NPLW logo
Helpdesk

Risico’s bij de ontwikkeling van een warmtenet

Het ontwikkelen van een warmtenet is een lastige opgave. Ontwikkeling en realisatie duren jaren, er zijn meerdere stakeholders met verschillende belangen en het project gaat over miljoenen euro’s. Er zijn veel (warmtenetspecifieke) risico’s die een grote impact kunnen hebben op de financiële haalbaarheid van het warmtenet. Door deze risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen tijdig in kaart te brengen, verklein je de kans dat de risico’s zich voordoen. En ben je voorbereid wanneer een risico optreedt.

Hieronder lees je de belangrijkste risico’s. En hoe je op een gestructureerde manier - met behulp van de Risman-methode - de risico’s kunt beheersen bij de ontwikkeling van het warmtenet. De meeste risico’s gelden voor alle typen warmtenetten, hoewel een aantal minder relevant zullen zijn voor zeerlagetemperatuur-warmtenetten. Dat geldt onder meer voor het volloop- en leeglooprisico. 

We onderscheiden risico’s in 4 categorieën, die hieronder worden toegelicht.

Schematische weergave van de risico's bij de ontwikkeling van een warmtenet
Schematische weergave van de risico's bij de ontwikkeling van een warmtenet

Financiële risico’s

Een warmtenet vraagt om grote investeringen in de warmtebron, de leidingen en de aanpassingen van de woningen. Vanaf de 1e aansluiting en levering van warmte ontvangt het warmtebedrijf inkomsten, in de vorm van:

  •  het vastrechttarief (€/aansluiting/jaar);
  • de verbruikskosten (€/GJ); en 
  • een bijdrage aansluitkosten (eenmalig)

De businesscase van een warmtenet rekent door hoeveel woningen er worden aangesloten per jaar en welke verwachtte inkomsten daar tegenover staan. Onderstaande risico’s hebben negatieve impact op de inkomsten.

Vollooprisico; aantal aansluitingen is lager dan ingecalculeerd

Het vollooprisico betreft het achterblijven van het aantal aansluitingen, en daarmee van de daaruit voortvloeiende inkomsten, bij de prognoses. Denk hierbij aan de volgende situaties:

  1. Er worden minder woningen aangesloten dan verwacht.
  2. Het aansluiten van woningen loopt vertraging op ten opzichte van de planning.
  3. Een combinatie van beide (a en b).

Beheersmaatregelen

De bewoner bepaalt of die wil worden aangesloten op een warmtenet. Het is daarom belangrijk om bewoners tijdens de ontwikkelfase goed te informeren en met een financieel aantrekkelijk aanbod te komen. Luister goed naar de wensen en zorgen van de bewoners en ontzorg zoveel mogelijk. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld de ISDE-subsidie voor de aansluiting op het warmtenet namens de bewoners aanvragen.

Het is belangrijk om een gedegen participatieplan op te stellen dat rekening houdt met de eigenschappen van de buurt en het warmteproject. Meer informatie over een goed participatieproces vind je op deze website.

Het is mogelijk om voorafgaand aan het definitieve aanbod de bewoners een voorlopig contract aan te bieden. Of om bewoners te vragen een intentie-overeenkomst te tekenen. Hierdoor zijn bewoners eerder op de hoogte van het aanbod en kun je een betere inschatting maken van het aantal aansluitingen.

Leeglooprisico: aantal aansluitingen neemt af tijdens looptijd

Ook als er voldoende aansluitingen zijn voor een haalbare businesscase bij de start van het project, is er een kans dat woningeigenaren op een later moment alsnog afsluiten omdat zij over willen stappen op een warmtepomp. Dit noemen we het leeglooprisico. 

Beheersmaatregelen

Het leeglooprisico kun je beheersen door gedurende de looptijd te werken aan de tevredenheid van klanten. Het blijvend aanbieden van een aantrekkelijk tarief is daarbij de belangrijkste factor, maar ook de kwaliteit van communicatie, klantcontact en klachtenafhandeling zijn belangrijk. Het is verstandig om minstens eens per jaar een klanttevredenheidsonderzoek uit te voeren.

Ook kan je afsluiten tegengegaan door afsluitkosten in rekening te brengen.

Ingecalculeerde subsidies worden niet toegekend

Er zijn meerdere subsidies beschikbaar voor het realiseren van een warmtenet:

De subsidies zijn gericht op verschillende onderdelen van de warmteketen. De SDE++ vraag je aan voor de opwek van de warmte(bron), de WIS voor investeringen in het distributienet en de ISDE (of SAH) voor aanpassingen aan de woningen (na de afleverset).

In de ontwikkelfase van een warmtenet kijken initiatiefnemers van een warmtebedrijf doorgaans (via een subsidiescan) welke subsidies toepasbaar zijn. Het warmtenet is vaak afhankelijk van het verkrijgen van meerdere subsidies, die meestal op verschillende momenten open staan voor aanvragen. De volgende problemen kunnen voorkomen:

  • opening van een subsidie(ronde) sluit niet aan op de planning;
  • subsidie wordt niet toegekend;
  • subsidies sluiten niet goed op elkaar aan;
  • beschikte subsidie valt tegen ten opzichte van de verwachting;
  • wijzigingen in het warmtenetproject hebben gevolgen voor de subsidiehoogte. 

Beheersmaatregel

Zorg voor een uitgebreide subsidiescan. Vraag hiervoor de juiste adviseurs. Reken met een onder- en bovengrens van subsidies. Wat betekent het voor jouw project als de subsidie tegenvalt? Maak ook een plan waarin je uitwerkt welke subsidies je wanneer aanvraagt.

Ga vooraf in gesprek met de betreffende subsidieverschaffer(s) om in te schatten welke risico’s en afhankelijkheden er voor de subsidie zijn. Wees op tijd met een aanvraag en zorg voor voldoende kwaliteit van de aanvraag.

De subsidies moeten door verschillende partijen worden aangevraagd. Spreek als partners met elkaar af wie wanneer welke subsidie aanvraagt. En hoe je hiermee rekening houdt in de businesscase.

Afnemende warmtevraag

Er zijn verschillende redenen waarom de warmtevraag lager kan uitvallen dan oorspronkelijk berekend. Zo gaat de uitrol van een warmtenet vaak samen met isolatiemaatregelen en andere aanpassingen in de woning. Daarbij kan ook het gedrag van de bewoner veranderen. 

In 2024 heeft het KNMI nieuwe klimaatmodellen gepubliceerd. Daaruit blijkt dat het klimaat sneller opwarmt dan in de vorige versie (van 2014) was geschetst. Bij een hogere temperatuur zal een woning een lagere warmtevraag hebben (en een hogere koelbehoefte). 

Beheersmaatregel

Reken een gevoeligheidsanalyse door voor de warmtevraag en bepaal op basis daarvan wat het minimale aantal aansluitingen zou moeten zijn. Mogelijk is (op termijn) een uitbreiding van het warmtenet nodig. 

Kosten in de offerte vallen duurder uit

Tijdens de ontwikkeling van het warmtenetproject wordt in de businesscase veelal gerekend met aannames of default kostenkengetallen voor de verschillende onderdelen van het warmtenet. Denk aan de kosten voor een kilometer primaire leiding, de opwekkosten (en verkoop) van warmte, bouw van warmte-overdrachtstations (WOS) en distributiepompen.

Richting de financial close van het warmtenetproject vraag je bij een aannemer een offerte op. Het kan voorkomen dat de kosten in de offerte (onverwacht veel) hoger zijn dan de kosten die in de businesscase zijn opgenomen en doorgerekend. Zo zijn de kosten voor materiaalprijzen en arbeid de laatste jaren enorm gestegen. Een aantal voorbeelden: 

  • Er is meer ruimte nodig voor de warmtewinning of het warmteoverdrachtstation dan verwacht. 
  • Er zijn leidingen met een grotere diameter nodig.
  • Het water is vervuild (aqua-/rio-/geothermie) waardoor onderhoud duurder wordt.
  • De bodem is vervuild en moet gesaneerd worden (werkzaamheden, leggen van een warmtenet)
  • Er is te weinig ruimte in de ondergrond.
  • De planning is niet realistisch waardoor het project langer duurt en proceskosten oplopen. Kosten voor omgevingsmanagement of participatie zijn vergeten of onderschat.

Bij de inwerkingtreding van de Wet collectieve warmte (Wcw) wordt overgegaan op kostengebaseerde tarieven waardoor hogere investeringskosten in principe leiden tot hogere tarieven. Het risico dat kosten in de offerte duurder uitvallen, wordt hiermee deels gemitigeerd. Dit betekent uiteraard niet dat iedere kostenstijging kan worden opgevangen door hogere tarieven. Kostenstijgingen kunnen immers ook leiden tot de situatie dat een warmtenet niet meer het warmte-alternatief met de laagste nationale kosten is.

Beheersmaatregel

Het gaat hier om veel verschillende kostenposten die elk een andere aanpak/beheersmaatregel hebben. Een aantal algemene voorbeelden zijn: 

  • Houd rekening met kostenstijgingen tussen de periode waarin de eerste kosteninschattingen worden opgesteld tot aan de uitvraag van een offerte. Hier zit vaak veel tijd tussen (vaak enkele jaren), waarin de kosten kunnen toenemen. 
  • Neem marges/bandbreedtes op in de begroting voor onzekerheden en tegenvallende kosten. Naarmate een project verder wordt uitgewerkt, zullen de onzekerheden afnemen en de bandbreedtes kleiner worden.
  • Update de cijfers regelmatig op basis van verdere uitwerking van het project/ontwerp, recente marktrapporten of van informatie van andere warmtenetten.
  • Doe gedegen onderzoek naar de bodemkwaliteit, kosten van de opwek en breng de ondergrond in kaart.
Woningaansluiting is duurder

In de businesscase van het warmtenet worden vaak de kosten tot en met de afleverset opgenomen. De inpandige kosten na de afleverset zijn meestal voor rekening van de eigenaar-bewoner. We zien in de praktijk dat beide kostenposten vaak hoger uitvallen dan verwacht. De volgende 2 situaties kunnen voorkomen:

  • Inpandige kosten tot en met de afleverset zijn duurder waardoor de kosten binnen de businesscase hoger uitvallen.
  • Inpandige kosten na de afleverset zijn duurder, waardoor aansluiten op een warmtenet voor de bewoner-eigenaar duurder wordt en het vollooprisico hoger wordt.

Meerdere onderzoeken en lopende projecten maken duidelijk dat woningen zo erg van elkaar verschillen, dat het moeilijk is om een gemiddeld bedrag voor de aansluitkosten en de inpandige kosten vast te stellen. Dit kan over een verschil van duizenden euro’s per woningaansluiting gaan. 

Beheersmaatregel

Probeer de inpandige kosten zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Dit kunt u doen door systematisch de woningen te schouwen, waarbij per fase diepgaander wordt bekeken hoe de woningen er uitzien en hoe duur de aansluitkosten zouden zijn. 

Gebruik hiervoor de tool keuzemodel bestaande bouw aansluiten.

Neem de bewoners mee in de aanpassingen van de woning, hun eigen wensen, en ontzorg de bewoners. Zorg ervoor dat het warmtebedrijf of de installateur het eens is met de wijze waarop woningen worden aangesloten en de kosten die hierbij komen kijken.

De uitvoerende partij heeft hierover de meeste kennis. Vraag vooraf aan de uitvoerende partij hoe die met dit risico omgaat en welke beheersmaatregelen die zelf heeft opgenomen. 

Organisatorische risico’s

Partner stapt uit de samenwerking

Verschillende partijen werken samen om het warmtenet te ontwikkelen, realiseren en exploiteren. Mogelijke partners zijn:

  • de gemeente;
  • de provincie;
  • het Rijk (als subsidieverstrekker of garantieverlener);
  • de warmteleverancier (warmtebedrijf, Energiebeheer Nederland of anders);
  • de warmtedistributeur (warmtenetwerkbedrijf, privaat of publiek)
  • de afnemers (woningcorporatie, energiegemeenschap of bewoners/vereniging van eigenaren) 

Het kan voorkomen dat een partner niet (meer) wil samenwerken in de ontwikkeling van een warmtenet en uit de samenwerking stapt. Dit heeft enorme gevolgen voor de rol– en taakverdeling. Denk bijvoorbeeld aan de volgende situaties:

  • Een warmtebedrijf stapt uit de ontwikkeling vanwege onzekerheid in de wetgeving.
  • Een woningcorporatie vindt de Bijdrage Aansluitkosten (BAK) te hoog of het ontwikkeltraject te lang duren en stapt uit.
  • Een energiegemeenschap krijgt onvoldoende steun vanuit de rest van de wijk.
  • Een nieuwe gemeenteraad heeft tóch andere plannen met de wijk. 

Beheersmaatregel

Een goede samenwerking opzetten begint ermee dat de samenwerkende partners elkaar met regelmatig spreken. Wees transparant en maak inzichtelijk welke uitgangspunten belangrijk zijn vanuit jouw eigen gemeente en van de samenwerkende organisaties. Leer van elke partner hoe het besluitvormingstraject eruit ziet en welke informatie zij daarvoor nodig hebben. Werk vanuit een gezamenlijk te bereiken resultaat en leg een gezamenlijke visie neer. Hiermee voorkom je dat de partijen vanuit eigen uitgangspunten blijven werken. Het is belangrijk dat zorgen rondom het project worden gedeeld en besproken. 

NPLW raadt aan om al vroeg in het proces een intentie- of samenwerkingsovereenkomst op te stellen. Hierin worden intenties uitgesproken met de belangen en voorwaarden van elke partij. In een later stadium kun je hier ook afspraken over de verdeling van kosten en risico’s tussen de deelnemers in opnemen. Hiermee borg je dat iedere partij draagvlak heeft georganiseerd binnen de eigen organisatie.

Gemeenteraad gaat niet mee met warmtenet

Eén van de samenwerkende partners is de gemeente zelf. De gemeente kan doorgaans geen garantie geven dat de gemeenteraad akkoord gaat met het warmtenet. Elke 4 jaar zit er een nieuwe raad, en de politieke wind kan ook tussendoor veranderen. Het is daardoor mogelijk dat de gemeente uit het project stapt dat ze zelf ontwikkelt.

Beheersmaatregel

Zorg voor helderheid over de doelstellingen van het college en/of de gemeenteraad. Bij twijfels of veranderende doelstellingen is het noodzakelijk om zo snel mogelijk met de (nieuwe) bestuurder overeenstemming te krijgen om de doelstellingen in lijn te brengen met de ontwikkeling van het warmtenet. 

Risico’s door wet- en regelgeving

Onzekerheid over Wcw en Wgiw

De verwachte inwerkingtreding van de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) en de Wet gemeentelijk instrumentarium warmtetransitie (Wgiw) heeft grote gevolgen voor de ontwikkeling van een warmtenet, en daarmee leidt onzekerheid over deze wetten tot risico’s. Een aantal cruciale onderdelen van de Wcw worden nog uitgewerkt in het Besluit collectieve warmtevoorziening (Bcw) dat in april 2024 in consultatie is gegaan. Dit betreft met name regels over de aanwijzing van een warmtebedrijf, de uitwerking van de kostengebaseerde tariefmethodiek en regels omtrent restwaarde, duurzaamheid en leveringszekerheid. Zolang deze uitwerking niet is vastgesteld, leidt dit tot risico’s voor de businesscase. 

Beheersmaatregel

Zorg dat je op de hoogte bent van de (toekomstige) wetgeving en hoe je hier in de ontwikkeling van het warmtenet op kan anticiperen. Wetten worden vaak over langere periodes ontwikkeld waardoor je tijd hebt om de effecten op jouw warmtenetproject tijdig in kaart te brengen. Dit kan ook betekenen dat een investeringsbesluit wordt uitgesteld totdat cruciale onderdelen van de wet bekend zijn. Wees ook actief in het voorzien van feedback via bijvoorbeeld brancheverenigingen of internetconsultaties

Het onderwerp wet- en regelgeving op deze website wordt steeds bijgewerkt aan de hand van nieuwe ontwikkelingen in het wetgevingstraject.

Onzekerheid rondom toekomstige wet- en regelgeving

Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen grote impact hebben op een project. Denk aan wijzigingen in subsidiebedragen, normeringen of belastingen. Vooral bij de start van een nieuwe kabinetsperiode kan dit aan de orde zijn.

Beheersmaatregel

Uit de gevoeligheidsanalyse moet duidelijk worden wat de impact is van wijzigingen in wet- en regelgeving op de businesscase.

Ruimtelijke en planologische risico’s

Wanneer je een van de volgende randvoorwaarden niet op orde hebt, kan dat het hele project vertragen: 

  • ruimtelijke inpassing voor het warmteoverdrachtstation of de bron;
  • aansluiting op het elektriciteitsnet aanvragen;
  • vergunningen (provincie/gemeente/omgevingsdienst). 

Een warmtenet is juridisch een enorme puzzel. Er zitten contracten tussen de verschillende onderdelen van de keten (onder andere bron, distributie, afname, financiers en ontwikkelaars). De contracten moeten aansluiten op elkaar en zijn daardoor kwetsbaar voor vertragingen en aanpassingen. 

Beheersmaatregel

Betrek al in een vroeg stadium collega’s van ruimtelijke ordening om de ruimtelijke inpassing te organiseren. Vertraging in vergunningstrajecten kan je voorkomen door hier al in een vroeg stadium mee te starten.

Technische risico’s

Warmteverliezen

De warmteverliezen zijn afhankelijk van de:

  • temperatuur van het water;
  • kwaliteit van de pijpleidingen;
  • samenstelling van de ondergrond; en 
  • te overbruggen afstand. 

Het daadwerkelijke warmteverlies kan groter zijn dan berekend.

Beheersmaatregelen

Naast een goede technische doorrekening bij de ontwikkeling van het warmtebedrijf, is het van belang om meteen bij de start van het project te controleren of het warmteverlies in lijn is met de berekeningen. Als de verantwoordelijkheden transport en distributie bij verschillende partijen liggen, zorg dan dat je goede contractuele afspraken maakt waarin is afgesproken bij welke partij dit risico ligt.

Bronrisico's

De warmtepotentie van de bron wordt vooraf ingeschat op basis van algemene kentallen en zoveel mogelijk aangevuld met lokale informatie. Toch kan het voorkomen dat de warmtepotentie van de bron tegenvalt ten opzichte van de verwachting. Dan is er een risico dat de warmte onvoldoende is om het hele projectgebied aan te sluiten. Ook kan een bron uitvallen door calamiteiten, zoals september 2023 gebeurde bij de restwarmtelevering door de AVR. Of dat een bron tijdelijk stil ligt voor onderhoud.

Beheersmaatregelen

Denk na over een toekomstige bronnenmix en/of zorg voor voldoende capaciteit van piek- en backup-installaties. 

Afstand tot drinkwaterleidingen

In 2024 zijn afspraken gemaakt over de afstand tussen ondergrondse warmtenetten en drinkwaterleidingen. Het uitgangspunt is dat deze 1,5 meter uit elkaar liggen, met de mogelijkheid om voor een beperkt deel tot 1 meter afstand uit elkaar te liggen. Afhankelijk van de ruimte in de ondergrond kan dit consequenties hebben voor de technische haalbaarheid van het warmtenet.

Beheersmaatregelen

Betrek in een vroeg stadium collega’s van ruimtelijke ontwikkeling om de ruimte in de ondergrond goed in beeld te krijgen.

Tips uit de praktijk

  • Check de risico’s goed op dubbeltellingen, bijvoorbeeld: een hoge BAK vergroot het vollooprisico maar ook het risico dat een woningbouwcorporatie uitstapt. Dit voorkomt dat de risicoreservering onnodig hoog wordt.
  • Check welke risico’s je kunt beheersen door deze contractueel bij een andere partij te leggen.
  • Check welke risico te maken hebben met interne processen zoals vergunningverlening; zorg dat je deze processen op tijd start.
  • Kijk goed naar het evenwicht in het aantal risico’s per type warmtenet, zoals procesmatige risico’s en fysieke risico's.
  • De ontwikkelfase van een warmtenet is ontzettend complex. Eén tegenvaller kan ervoor zorgen dat het hele project vertraagt. Zorg dat je volledig bent en de gevolgen duidelijk in beeld hebt.
  • Let ook op versterkende effecten. Soms kan een klein risico doorgroeien tot een groter probleem. Zo kan een kleine vertraging leiden tot het missen van een subsidie waardoor de businesscase verslechtert. 

Meer informatie

Hulpmiddelen

Risicoregister warmtenet

Risico’s in een warmtenetproject kun je in kaart brengen met de Risman-methode. Je kunt gebruikmaken van het risicoregister (in excel) dat NPLW aanbiedt.