Toegankelijkheidslinks Ga naar de hoofdinhoud
NPLW logo
Helpdesk

Warmtetechnieken

In een warmtenet kun je diverse warmtetechnieken toepassen, mede afhankelijk van de beschikbare bronnen. We maken onderscheid tussen zeerlagetemperatuur-, lagetemperatuur-, middentemperatuur- en hogetemperatuur-warmtenetten. Een warmtetechniek kan ook zijn het opslaan van warmte; voor deze warmteopslag bestaan verschillende methoden.

Temperatuurniveaus

Een warmtenet kan op verschillende temperaturen werken. Hieronder vind je een overzicht van verschillende mogelijke temperatuurniveaus en voor welke type woning ze geschikt zijn.

 Temperatuurniveaus*RuimteverwarmingTapwaterbereiding
Hogetemperatuur (HT)

90 oC

(>75 oC)

Ook toepasbaar in slecht geïsoleerde woningen (label E/F/G)Regulier
Middentemperatuur (MT)55** – 75 oCOok toepasbaar in matig geïsoleerde woningen (afhankelijk van afgiftesysteem en temperatuurniveau vanaf label B - D)Regulier
Lagetemperatuur (LT)30 – 55** oCToepasbaar in goed geïsoleerde woningen en met lagetemperatuur radiatoren of vloerverwarmingAanvullende voorzieningen nodig zoals een boosterwarmtepomp
Zeerlagetemperatuur (ZLT)10 – 30 oC

Met individuele warmtepomp voor verwarming.

Meestal ook geschikt voor koeling.***

Aanvullende voorziening nodig zoals een boosterwarmtepomp
  • De aanvoertemperatuur* is de temperatuur waarmee warmte aan de leveringsafsluiting wordt afgegeven.
  • Het verschil tussen LT- en MT-warmtenetten** is dat met een MT-warmtenet direct warm tapwater bereid kan worden. Tapwater moet een minimale temperatuur van 55oC hebben op het tappunt.
  • In deze factsheet gaat het altijd over warmtenetten. Bij ZLT-netten*** wordt de combinatie van warmte en koude bedoeld. Er bestaan ook enkele netten die specifiek bedoeld zijn om koude te leveren.

Hulpmiddelen

Warmteprojectentool

De Warmteprojectentool is de tool waarin alle informatie over warmtenetprojecten op één plek te vinden is. Je kunt er onder meer filteren op temperatuurniveau.