Rollen van de gemeente bij de aanleg van een warmtenet

Je kunt als gemeente bij de aanleg van een warmtenet verschillende rollen aannemen. De rolkeuze bepaalt hoeveel regie je als gemeente neemt en dan ook hebt over de aanleg. Denk dus goed na over de rol die je kiest. Er zijn drie verschillende rollen mogelijk: de gemeente als facilitator en vergunningverlener, de gemeente als concessieverlener en/of opdrachtgever en de gemeente als eigenaar of exploitant van een warmtenet.

1. Facilitator en vergunningverlener 

Kies je als gemeente voor de rol als vergunningverlener? Dan komt het initiatief van andere partijen, bijvoorbeeld van een warmtebedrijf en een projectontwikkelaar. Als gemeente heb je dan een faciliterende rol. Je kunt publiekrechtelijke medewerking verlenen, zoals vergunningverlening. Daarnaast kun je als grondeigenaar privaatrechtelijke toestemming verlenen om het leidingnetwerk in de gemeentelijke grond aan te leggen. Deze rol past goed bij kleinere (nieuwbouw-) projecten waarbij de schaal van de bronnen en de hoeveelheid aan te sluiten gebouwen goed bij elkaar passen. 

Inhoud van deze rol

Deze rol houdt concreet in dat je als gemeente weinig criteria opneemt over bijvoorbeeld tarieven, verplichtingen tot aansluiting, verduurzaming van bronnen, etc. Dat je bij het verlenen van de omgevingsvergunning kan werken met het ‘first come, first serve’ principe of met een aangekondigd moment van openstelling waardoor meerdere partijen zich kunnen inschrijven. En dat je als de eigenaar van de grond waarin het warmtenet wordt aangelegd een recht van opslag moet verlenen. Hierdoor krijgt de eigenaar toestemming van de gemeente om in haar eigendom een net aan te leggen. 

Aandachtspunten

  • Initiatief ligt bij de markt. Het initiatief ligt bij de markt en/of samenleving die zelf met oplossingen komt. Dit kan onverwachte en snellere voorstellen opleveren die beperkte capaciteit vragen van de gemeente. 
  • Wacht niet af. Bij deze rol lijkt een afwachtende houding voldoende, toch is dat niet waar. De gemeente krijgt voorstellen die langetermijngevolgen hebben: een reden om vaart te maken met de eigen visie op de warmtetransitie. 
  • Wettelijk kader. Wanneer het wettelijk kader verandert, moet het warmtebedrijf daarin meegaan. 
  • Verbind niet te veel voorwaarden aan de vergunning. Vergunningverlening biedt geen invloed op keuze van bronnen en het aansluiten van overige buurten. Een vergunningverlener mag niet te veel voorwaarden aan de vergunning verbinden, anders wordt de gemeente opdrachtgever.
  • Aanspreekpunt. Hoewel de gemeente officieel niet de initiatiefnemer van het warmtenet is, wordt de gemeente bij problemen met het warmtenet in de praktijk vaak aangesproken.

2. Concessieverlener of opdrachtgever

Als concessieverlener of opdrachtgever neemt de gemeente het initiatief voor het - laten - aanleggen van een warmtenet en het exploiteren daarvan. De gemeente wijst een concessiegebied aan voor een warmtenet waar verschillende partijen een aanbod voor kunnen doen. Hierna selecteert de gemeente een partij die het exploitatierecht krijgt. Deze rol past bij een warmtenet waarbij je invloed wilt hebben op de keuze voor welke gebouwen de beschikbare warmtebronnen ingezet worden. 

Invloed op kwaliteitsaspecten

In deze rol heb je invloed op de kwaliteitsaspecten van het warmtenet. Denk hierbij aan: 

  • De duurzaamheid van het warmtenet
  • De leveringszekerheid van het warmtenet
  • Voorkome van cherry picking: het risico dat lucratieve hoogbouw eerder en vaker op een warmtenet wordt aangesloten dan minder rendabele laagbouw is
  • Voorkomen van het gebruik van schaarse bronnen voor gebouwen die ook door een bron met een logischere ligging of een lagere temperatuur kunnen worden verwarmd 
  • Stellen van eisen om het concessiegebied later te vergroten of aan te sluiten op een regionale warmtetransportleiding bij gebieden waar grote private (MT-HT) bronnen zijn

Inhoud van deze rol

Bij deze rol ligt voor een afgesproken tijd het exploitatierisico van het werk - in dit geval het warmtenet - bij de exploitant. Je kunt bij een privaatrechtelijke constructie meer voorwaarden opnemen dan bij een vergunning. Zie bijvoorbeeld de hierboven genoemde kwaliteitsaspecten. Het is ook mogelijk om gedeeltelijk gemeentelijke eigenaarschap te verplichten. Concessieperiodes voor warmtenetten variëren van 15 tot 30 jaar. Hiermee geef je het warmtebedrijf voldoende tijd om de investering in het warmtenet terug te verdienen. Een korte(re) concessieperiode kan gecompenseerd worden met een restwaarde regeling. 

Aandachtspunten

  • Als gemeente heb je meer regie op de prijs, kwaliteit en duurzaamheid van het warmtenet door het stellen van concessievoorwaarden.
  • Je stelt als gemeente het gebied open voor concurrentie, zodat meer warmtebedrijven aanbiedingen kunnen doen om het warmtenet aan te leggen en te exploiteren. Dit doe je via een transparante aanbestedingsprocedure.
  • De voorwaarden waaronder het warmtebedrijf het recht heeft verkregen, kun je tijdens de looptijd niet meer aanpassen, tenzij je hierover in de concessie-overeenkomst afspraken maakt door middel van bijvoorbeeld een wijzigingen procedure.  

3. Eigenaar en exploitant 

Je kunt als gemeente ook zelf leverancier, broneigenaar en/of netwerkeigenaar van een warmtenet worden. Dit kan in samenwerking met anderen door middel van “joint venture”. Deze rol past goed wanneer er sprake is van een bron in publiek eigendom. Daarnaast is voldoende kennis en capaciteit bij de gemeentelijke organisatie om het zelf te doen nodig. Zelf deelnemen als gemeente in een publiek warmtebedrijf, een publiek-privaat samenwerkingsverband of een joint-venture - gezamenlijke onderneming - oprichten is ook mogelijk. De gemeente loopt dan meer risico, maar krijgt ook meer zeggenschap. Dit vraagt om een politieke afweging als gemeente: hoeveel risico wil je lopen? Kun je deze rol zelf goed uitvoeren? Ben je bereid om in het publiek belang deze risico’s juist wel op je te nemen?

Inhoud van de rol

Deze rol heeft verschillende mogelijke invullingen:

  • Je richt een gemeentelijk warmtebedrijf op. Dit warmtebedrijf krijgt vervolgens een opdracht volgens de regels van quasi-inbesteden. In dit geval is het cruciaal dat je als gemeente over de benodigde expertise beschikt of expertise inhuurt om de afweging weloverwogen te kunnen maken.
  • Breng het gemeentelijk warmtebedrijf later naar de markt. Je kan kiezen voor een gemeentelijk warmtebedrijf om het warmtenet op te starten, waarna je in een later stadium kiest om het naar de markt te brengen. Verschillende gemeenten hebben dit gedaan.
  • Exploitatie door een andere partij. Het warmtenet in opdracht van de gemeente wordt aangelegd om vervolgens de exploitatie van het warmtenet door een andere partij te laten doen. In dit geval ben je als gemeente eigenaar van het net en netbeheerder, maar ben je geen warmteleverancier. 

Aandachtspunten

  • Met een eigen warmtebedrijf voer je de volledige regie over het warmtenet.  
  • Je bepaalt zelf het tempo en de tarieven, waardoor je het mogelijk aantrekkelijker maakt voor bewoners om zich aan te sluiten op het warmtenet. 
  • Afhankelijk van de gekozen rol liggen er exploitatierisico’s bij jou als gemeente.
  • Mogelijk moet je aanbesteden.

Meer informatie

Vragen?

Heb je meer vragen over de rol van de gemeente? Neem dan contact op met onze helpdesk. Een van onze adviseurs helpt je graag verder.

 

Cookie-instellingen