Eigenschappen en waarden

In een wijk wonen verschillende mensen met elk hun eigen waarden en eigenschappen. Het is verstandig om daar rekening mee te houden in je participatie-aanpak. Die waarden en eigenschappen beïnvloeden namelijk of wijkbewoners willen en kunnen participeren.

Bewoners voor wie keuzevrijheid of invloed bijvoorbeeld belangrijke waarden zijn, moet op een andere manier benaderen dan mensen die comfort en gemak als kernwaarden hebben. En bewoners met een lage digitale vaardigheid kun je beter niet online benaderen. Ook andere eigenschappen, zoals opleiding, ervaring, tijd en gezondheid zijn van belang voor participatie. Wat vinden wijkbewoners belangrijk en welke eigenschappen bezitten ze die het participatieproces kunnen beïnvloeden? Hoe krijg je daar zicht op en hoe speel je daar vervolgens op in?

Eigenschappen van bewoners

Of bewoners wel of niet ‘empowered’ zijn - kunnen en willen participeren - in de energietransitie wordt mede bepaald door wie ze zijn en wat ze vinden. Wijkbewoners beschikken wel of niet over bepaalde eigenschappen, zoals kennis, geld, taalvaardigheid, of sociale skills, die nodig zijn om deel te kunnen nemen aan de transitie. Elf eigenschappen zijn relevant voor je participatie-aanpak.

1. Kennis en informatie

Bewoners moeten het wat en waarom van de warmtetransitie kunnen begrijpen, en inzien wat dit kan betekenen voor hun wijk en woning. Aanwezige kennis hierover biedt kansen om mensen te betrekken, en het ontbreken of veronderstellen van bepaalde kennis kan een obstakel vormen om mee te doen.

2. Overtuigingen

De overtuigingen van bewoners met betrekking tot hun culturele, politieke, religieuze of maatschappelijke opvattingen kunnen participatie stimuleren of juist hinderen. Denk bijvoorbeeld aan bewoners die er al van overtuigd zijn dat de warmtetransitie noodzakelijk is voor het hebben van een duurzame toekomst. Of juist dat een bewoner niet gelooft in klimaatverandering.

3. Ervaring en opleiding

Bewoners hebben verschillende soorten opleidingsachtergronden en levens- of werkervaring. Sommige ervaringen en eigenschappen scheppen kansen om te participeren, omdat al veel toegepaste en theoretische kennis of ervaringen in de wijk aanwezig zijn. Door hierop in te spelen, kun je bewoners op nieuwe manieren betrekken die past bij hun interesses en kunde.

4. Taalvaardigheid

De taalvaardigheid kan participatie belemmeren wanneer de beheersing laag is. Lage taalvaardigheid kan te maken hebben met analfabetisme, dyslexie, of dat Nederlands de tweede of derde taal is. Door hier geen rekening mee te houden, worden deze bewoners belemmerd om mee te doen, bijvoorbeeld omdat iemand uit de wijk een complexe tekst niet kan begrijpen. Alternatieve communicatie, die mondeling, visueel of op taalniveau B1 plaatsvindt, kan hier uitkomst bieden.

5. Digitale vaardigheid

Digitale vaardigheid heeft te maken met het vermogen om gebruik te maken van digitale diensten. Inzicht in de mate van digitale vaardigheden is belangrijk bij het kiezen van geschikte communicatiekanalen. Online berichtgeving zal bewoners die niet digitaal vaardig zijn minder snel of makkelijk bereiken. Andere communicatiekanalen, zoals de telefoon of persoonlijk contact, zijn in dat geval een beter alternatief.

6. Sociale cohesie

De mate waarin buurtbewoners met elkaar verbonden zijn biedt kansen voor participatie. In het geval van hoge sociale cohesie kennen bewoners elkaar goed. Hierdoor kunnen inwoners elkaar bijvoorbeeld van kennis en hulp voor de warmtetransitie voorzien, of gezamenlijk optrekken in het oprichten van een coöperatie. Zij zullen hierdoor ook sneller geneigd kunnen zijn om aan participatie-activiteiten deel te nemen, vanwege sociale beweegredenen (‘omdat het gezellig is’). Wanneer de sociale cohesie laag is kan de warmtetransitie ook een kans zijn om die te vergroten.

7. Vertrouwen in (overheids)instanties

De mate waarin bewoners vertrouwen hebben in bepaalde (overheids)instanties speelt een belangrijke rol bij het bepalen van een geschikte participatieaanpak. Wanneer er weinig vertrouwen is, wordt minder makkelijk informatie aangenomen van (overheids)instanties, doordat er bijvoorbeeld getwijfeld wordt aan de intenties van de betrokken overheden. Het betrekken of opzetten van een aparte, ‘neutrale’ partij kan hierbij een uitkomst bieden.

8. Netwerken

De netwerken van bewoners die vaak tot buiten de wijk reiken, kunnen invloed hebben op lokale dynamieken. Denk bijvoorbeeld aan een bewonersinitiatief dat samenwerkt met een universiteit of met landelijke netwerken van initiatieven, of goed contact heeft met een wethouder. Wanneer er zowel sociale cohesie als netwerken aanwezig zijn onder bewoners, kan dit een kans zijn voor het ontwikkelen van lokale warmte-initiatieven

9. Tijd

De aan- of afwezigheid van tijd als eigenschap kan bepalen of inwoners betrokken kunnen raken bij participatie in de warmtetransitie. Bewoners hebben soms weinig tijd voor deelname. Een ander element in het kader van tijd kan het bewonersperspectief op de toekomst zijn, namelijk hoelang zij nog van plan zijn om in hun huidige huis te blijven wonen: dit bepaalt in hoge mate in hoeverre zij zelf van de vernieuwing kunnen profiteren.

10. Gezondheid

De mate waarin inwoners fysiek en geestelijk gezond zijn kan invloed hebben of iemand kan of wil deelnemen aan de warmtetransitie en zo ja, hoe. In het geval dat iemand minder valide is of kampt met geestelijke gezondheidsproblemen kan dit een obstakel zijn om bepaalde aanpassingen in huis te doen, of deel te nemen aan activiteiten.

11. Geld

Het inkomen en vermogen van inwoners is van invloed op de vraag of ze kunnen investeren in renovaties in een huis. Wanneer bewoners deze financiële ruimte niet hebben, dan kan dat bij voorbaat betekenen dat iemand niet wil deelnemen aan een proces. Ook de toegang die bewoners hebben tot financiering speelt een rol, denk hierbij aan subsidies en leningen.

Waarden

Waarden gaan over wat bewoners belangrijk vinden, en in hoeverre ze bereid zijn bepaalde eigenschappen (zoals kennis en ervaring) in te zetten. Acht waarden zijn relevant voor je participatie-aanpak.

1. Keuzevrijheid

Zijn bewoners vrij en onafhankelijk in het maken van keuzes? Wanneer een inwoner wordt gedwongen om een bepaalde energieleverancier te kiezen, aan een technische oplossing mee te doen, of via derden aan informatie moet komen, komt deze keuzevrijheid in het geding. Het voorzien in eigen energievoorziening kan de keuzevrijheid van inwoners juist vergroten, doordat het zeggenschap geeft over hoe energie wordt opgewekt.

2. Deskundigheid

Bewoners kunnen waarde hechten aan het inzetten van hun kennis en kunde of het ontwikkelen hiervan. Voor deze waarde is het van belang dat bewoners de kans krijgen om inhoudelijk of praktisch bij te dragen en hierbij gewaardeerd worden voor hun bijdragen.

3. Gemeenschapsgevoel

Gemeenschapsgevoel heeft betrekking op de behoefte om deel uit te maken van een groep en zich verbonden te voelen met elkaar in een gemeenschap. Dit kan bereikt worden door omstandigheden te creëren waarin mensen contact met elkaar maken en waar ruimte is voor spontane interacties. Het werken aan een gemeenschappelijke opgave, zowel lokaal als buren, maar ook landelijk, kan dit proces ondersteunen.

4. Invloed

Sommige mensen hechten waarde aan het kunnen uitoefenen van invloed op processen en besluitvorming, en hebben de wil om het verschil te kunnen maken en (gezamenlijk) iets te kunnen bereiken. Dit kan plaatsvinden door lokale omstandigheden te veranderen en ideeën te verspreiden in de eigen wijk en daarbuiten.

5. Zingeving

Bij zingeving wordt er waarde gehecht aan een collectieve identiteit en het delen van bepaalde waarden of verhalen met een grotere beweging. Ook gaat het om een geloof dat bepaalde handelingen tot iets positiefs leiden. Dit kan zich uiten in betekenis ervaren in het meedoen of vormgeven van de warmtetransitie, omdat dit bijdraagt aan een betere gemeenschap, buurt of duurzamere wereld.

6. Comfort

Comfort heeft in relatie tot de warmtetransitie betrekking op het verhogen van woonkwaliteit. De waarde die bewoners hechten aan het wonen in een warm huis met een fijn binnenklimaat, in tegenstelling tot een koud, tochtig en vochtig huis, kan een motivatie zijn om deel te willen nemen aan de warmtetransitie.

7. Financiën

De waarde Financiën heeft te maken met de overwegingen die bewoners maken om hun geld ergens aan te besteden. Dit kan gaan om het invoeren van energiebesparende maatregelen om kosten te besparen, maar ook overstappen op een gratis energiebron zoals zonne-energie. Ook kan de overweging om te investeren in een huis om de waarde (op termijn) te vermeerderen een rol spelen.

8. Gemak

Bij gemak willen bewoners graag ontzorgd worden wat betreft keuzes en overwegingen, bijvoorbeeld over hun huis. Hierbij is de voorkeur dat er een duidelijke richting wordt aangeboden op basis van een begrijpelijk argumentatie, zodat de bewoner zelf geen (tijds)investering hoeft te doen in het opbouwen van kennis en het afwegen van keuzes.

Samenhang eigenschappen en waarden

Er bestaan verschillende verbanden tussen eigenschappen en waarden. Het belangrijk om ook daar rekening mee te houden. Zo kan een bewoner die veel ervaring of kennis heeft over de warmtetransitie het belangrijk vinden om deze deskundigheid ook in te zetten. Het is ook mogelijk dat een sterk aanwezige waarde een minder sterke eigenschap compenseert. Bijvoorbeeld als een bewoner met weinig tijd (eigenschap) vanuit een groot gemeenschapsgevoel (waarde) toch tijd vrijmaakt om mee te doen met de wijk. En de ene eigenschap kan soms een andere eigenschap aanvullen. Zo kan een bewoner met een lage taalvaardigheid zijn of haar sociale netwerk inzetten voor het invullen van documenten. Het is van belang om in de dagelijkse praktijk oog te hebben voor deze complexiteit en samenhang.

Hulpmiddel: Verkenner Mensen, waarden en eigenschappen

De Verkenner is een tool die hulp en inspiratie biedt voor een participatie-aanpak die aansluit bij de waarden en eigenschappen van bewoners. Meer over de Verkenner

Empowerment

Het begrip empowerment helpt ons begrijpen wat werkt in participatietrajecten. Empowerment gaat over wat individuen kan aanzetten tot actie: bewoner en professional. Empowerment kunnen we praktisch vertalen in ‘kunnen’ en ‘willen’: pas als mensen kunnen passende eigenschappen) en willen (passende waarden), zijn zij in staat actie te ondernemen en te participeren. En disempowerment bestaat ook: het proces waarbij iemand het vermogen verliest zich gesteund en bekrachtigd te voelen.

Meer informatie

Vragen?

Heb je meer vragen over participatie en het betrekken van bewoners? Neem dan contact op met onze helpdesk. Een van onze adviseurs helpt je graag verder.
Cookie-instellingen