Draagvlak creëren met communicatie

Alle gemeenten zoeken effectieve vormen om te communiceren over het aardgasvrij maken van woningen. Een standaardoplossing bestaat niet. De ervaringen van proeftuingemeenten en experts zijn omgezet in een aantal praktische inzichten. Over duidelijkheid, positiviteit en ‘framing’ bijvoorbeeld. Maar ook over hoe nuttig een voorbeeldwoning is bij het wegnemen van vragen van bewoners over aardgasvrij.

Standpunt bepalen

Het is essentieel voor het begrip, houding en gedrag (participatie) van bewoners dat het standpunt van de gemeente duidelijk is. De gemeente wordt gezien als eindverantwoordelijke en meest gezaghebbende in het hele transitieproces. Zorg dat duidelijk is wat de gemeente wil, kan en nog van plan is. Dat vraagt ook helderheid over de randvoorwaarden, mogelijkheden en de garanties van de gemeente. En het is van belang om consequent te zijn. Als zaken tijdelijke oplossingen zijn of bepaalde stappen nog onduidelijk zijn, wees ook daar dan open en helder over.

Geef van alle voorgelegde alternatieven de plussen en minnen. Wees hier ook eerlijk in en vermeld ook de nadelen van een voorkeursvariant. Als er al een keuze is gemaakt en daarover geen inspraak meer mogelijk is, communiceer dat dan duidelijk en leg uit waar bewoners eventueel nog wél over mee kunnen denken. Geef bij besluiten goed aan wie die heeft (of hebben) genomen en waarom. 

Eén frame gebruiken

Frame actief en consistent waarom we van aardgas afstappen. Door voor één frame te kiezen en dit consequent in alle communicatie-uitingen te gebruiken, investeer je in een boodschap die langzaam ‘inslijt’ bij de ontvanger. Als er telkens informatie komt vanuit hetzelfde frame, blijft de boodschap eerder hangen. Dit bevordert de herkenbaarheid en de overtuigingskracht.

Weerstand

Ga ervan uit dat - zeker bij de start van een traject - de meeste wijkbewoners nog niet goed weten wat er kan en moet gebeuren. Daar komt bij dat de meeste mensen niet zo houden van veranderingen. Dit zorgt ervoor dat bewoners vaak eerst een afwachtende en zelfs terughoudende houding aannemen. Ze zien waarschijnlijk vooral drempels, zoals kosten, geen keuzevrijheid, overlast in en om het huis, vervangen van het fornuis, onzekerheid over hoe het verder gaat verlopen. Zulke zaken roepen veel vragen en wellicht ook weerstand op. Wees helder over het overkoepelende verhaal: we werken aan alternatieven voor gas. Pas daarbij op met de boodschap ‘we moeten van het gas af”. Dit is weliswaar duidelijk, maar ook dwingend en kan daarmee extra weerstand opwekken. Kijk hoe je de transitie zo waardevol of efficiënt mogelijk kunt maken, bijvoorbeeld door vergroten van het wooncomfort. 

Urgentie

Veel bewoners zien vaak de urgentie van de warmtetransitie nog niet: ‘Het loopt niet zo’n vaart’, ‘We zien wel wat er gebeurt’. Dit bevordert de participatie niet. Hou hier rekening mee, probeer de eerste stappen concreet en zichtbaar te maken en laat zien dat er wel degelijk iets gebeurt. Bijvoorbeeld door:

  • Maak een planning. Stel een concrete planning op met kleine zichtbare eerste stappen.
  • Communiceer belangrijke keuzes. Zorg dat je belangrijke keuzes (goed onderbouwd) communiceert, zoals bijvoorbeeld het alternatief voor aardgas.
  • Geef projectpartners een duidelijke plek. Bijvoorbeeld door het tonen van hun logo’s. Denk aan partners als het energiebedrijf, woningbouwcorporaties, netwerkbedrijf, installateurs. Maar ook aan bewonersinitiatieven en energiecoöperaties. Dit geeft het project gewicht en maakt duidelijk dat de partners klaar staan om aan de slag te gaan.
  • Toon je vorderingen. Vorderingen in het proces te tonen. Bijvoorbeeld de aanleg van een warmtenetwerk.
  • Leg een link met de buurt. Benadruk dat het direct op de bewoner van toepassing is. Leg een duidelijke link met de buurt, bijvoorbeeld door foto’s van straten of kenmerkende dingen uit de buurt.

Draagvlak

Mensen zijn sociale wezens. Het helpt als bewoners zien dat de transitie gedragen wordt door medebuurtbewoners en zij niet het gevoel krijgen tot een minderheid te behoren als zij hiermee aan de slag gaan. Daarom is het belangrijk om alle vormen van draagvlak mee te nemen in communicatie: een goede opkomst bij informatieavonden, positieve uitkomsten van bewonersonderzoeken over houdingen en opvattingen, het aantal leden van de buurtvereniging, het percentage woningen dat al klaar is om aangesloten te worden op een andere warmtebron, etc.

Zien en ervaren

Veel bewoners weten niet goed wat het aardgasvrij maken van de woning inhoudt. Vaak zijn ze bang voor overlast, gedoe of vermindering van hun woongenot. In zulke gevallen helpt het om bewoners te laten zien en ervaren wat het aardgasvrij maken van hun woning kan betekenen. Diverse gemeenten, zoals Purmerend en Wageningen hebben goede ervaringen met het inrichten van leegstaande woningen als voorbeeldwoning in de wijk. Andere gemeenten - zoals Garyp - vragen bewoners van aardgasvrije woningen om tegen een kleine onkostenvergoeding hun woning af en toe open te stellen voor buurtbewoners en andere geïnteresseerden. 

Communicatiestijlen

Niet iedereen zal op hetzelfde moment en op dezelfde manier willen meewerken, meepraten of meedenken. Mensen verschillen vaak in communicatiestijl. In het contact met de gemeenten zijn verschillende typen communicatiestijlen van bewoners te onderscheiden. Als je herkent met welk type je te maken hebt, kun je jouw vragen en acties hierop aanpassen:

  • Luisteraar: communiceert zelf niet actief maar is betrokken en luistert wat er gezegd wordt en leest wat er geschreven wordt. Betrek hem door helder en actief te communiceren over het proces en de beslissingen die genomen worden.
  • Lid van de gemeenschap: heeft gevoel voor het grotere geheel en gaat na of het proces bijdraagt aan gemeenschappelijk doelen. Betrek hem door in het proces aandacht te hebben voor het groepsgevoel.
  • Kritische meedenker: deelt actief zijn (vaak kritische) vragen, zorgen, wensen. Benut zijn betrokken scherpe blik, bijvoorbeeld in een klankbordgroep. 
  • Comfortzoeker: stelt vragen over alle mogelijke risico’s van het traject. Inventariseer de risico’s en ga daar in je gemeentelijke informatievoorziening op in. 
  • Mandaatgever: wil iets te kiezen hebben. Bijvoorbeeld over de voortgang van het proces zelf of over de inhoudelijke keuzes. Wees in de gemeentelijke communicatie duidelijk wanneer en waarover je participatie vraagt om de mandaatgever te betrekken. 
  • Aanpakker: wordt liever niet inhoudelijk aangesproken, maar wil wel graag helpen in de praktische uitvoering.

Meer informatie

Vragen?

Heb je meer vragen over communicatie en draagvlak. Neem dan contact op met onze helpdesk. Een van onze adviseurs helpt je graag verder.

 

Cookie-instellingen