Veelgestelde vragen - SpUk regionale structuur NPLW

De budgethouder mag de SpUk gelden aanvragen. De gemeenten in de regio bepalen wie de budgethouder is. Dit kan een gemeente in de regio zijn, de provincie of de omgevingsdienst. De budgethouder vraagt de SpUk gelden aan.

Nee, dat hoeft niet. Het is geen besluit in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemeenten bepalen gezamenlijk wie de budgethouder is en tonen aan hoe dat bepaald is en dat alle gemeenten hier achter staan.

Dat bepalen de gemeenten in regio zelf door aan te geven hoe zij dit inzichtelijk maken. Dit kan bijvoorbeeld via een verslag van een bestuurlijk overleg worden vastgelegd waar alle gemeenten aanwezig waren. En zij gezamenlijk zijn gekomen tot de keuze van de budgethouder. Het kan ook de vorm hebben van een brief met de handtekeningen van alle gemeenten.

Nee, dat hoeft niet. Ze moeten wel uit dezelfde regio komen.

Zoals in artikel 4 van de regeling vermeld staat, omvat een aanvraag ten minste:

a. Een omschrijving van de regio en welke gemeenten binnen de regio vallen;

b. Een omschrijving van de wijze waarop de budgethouder is bepaald binnen de regio;

c. Een omschrijving van de beoogde activiteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd en de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan het doel, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

d. Een begroting, waaronder het bedrag of een inschatting hiervan aan BTW-kosten waarop de regio aanspraak kan maken uit het BTW-compensatiefonds;

e. De verwachte begin- en einddatum van de activiteiten; en

f. Het bankrekeningnummer waarop de specifieke uitkering dient te worden gestort, inclusief een bewijs dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat.

Via je NPLW-accounthouder heb je een mail ontvangen met daarin de gegevens waar je het formulier naar toe kan sturen. Neem voor vragen contact op met je accounthouder.

Er kan 1 keer per kalenderjaar een aanvraag worden ingediend. Er kan ook 1 keer per kalenderjaar worden uitgekeerd. De behandeltermijn voor de regeling is 8 weken. Hou hier rekening mee bij het indienen van de aanvraag. Als de middelen bijvoorbeeld voor het einde van het jaar op de rekening van de budgethouder moeten staan, kan uiterlijk 8 weken voor het einde van het jaar de aanvraag worden ingediend.

Bij de SiSa-verantwoording  wordt gevraagd of de activiteiten zijn/worden verricht volgens de aanvraag. Hierop moet je met ‘Ja’ of ‘Nee’ antwoorden. Als het antwoord ‘Nee’ is, wordt er een toelichting gevraagd. Deze toelichting is niet van invloed op de toekenning van de middelen wanneer de besteding conform de activiteiten gebeurt zoals benoemd in artikel 2 van de regeling. Het verzoek is om de accounthouder van het NPLW te informeren bij wijziging van de plannen.

Als de aanvraag wordt afgewezen kan bezwaar worden gemaakt tegen de afwijzende beschikking. 

Een aanvraag voor een specifieke uitkering wordt afgewezen indien:

a. De activiteiten in de aanvraag niet vallen onder de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

b. Niet aannemelijk is dat de activiteiten in de aanvraag voor 1 januari 2027 zijn afgerond; of

c. De aanvraag onvoldoende gedragen wordt binnen de regio.

De activiteiten moeten voor 1 januari 2027 zijn afgerond. De specifieke uitkering wordt na deze datum vastgesteld.

Ja, dat mag. Als de activiteiten maar tot doel hebben om regionaal samen te werken aan het uitvoeren van de warmtetransitie (zie artikel 2 van de regeling).

Samenwerking tussen RES-regio en NPLW-regio is belangrijk. De regeling laat bewust veel ruimte om dit lokaal in te vullen. Het NPLW doet in overleg met NP-RES hiervoor nog een aantal suggesties. Deze suggesties ontvang je via de accounthouder.

Hier is voor gekozen om het vormen van nieuwe regio’s te voorkomen. Daarom houden we de indeling van de RES-regio’s aan. Dit is voor gemeenten een bekende structuur om samen te werken bij de energietransitie

Deze aanvullende middelen zijn beschikbaar gekomen om een extra impuls te geven aan de regiovorming. Dat betekent dat voor elke regio aanvullende middelen beschikbaar zijn om de regionale samenwerking in de warmtetransitie op de kaart te zetten. 

Deze eenmalige ophoging is aangekondigd in een kamerbrief over extra middelen voor het bestrijden van Energiearmoede. Het NPLW heeft extra budget gekregen om regio’s en gemeenten te ondersteunen met het ontwikkelen van aanpakken hiervoor. De wijzigingsregeling waarin dit vermeld wordt en de hoogte van de aanvullende middelen per gemeente is te vinden in de staatscourant.

Eenmalig. Voor het jaar 2023 zijn de middelen met 7,5 miljoen euro opgehoogd. Aanvragen van die extra middelen moesten plaatsvinden tijdens het kalenderjaar 2023. Het is mogelijk om de middelen te besteden tot en met 31 december 2026

Ja. Via een begroting moet worden aangegeven welke activiteiten zijn beoogd te realiseren.

Nee, alle activiteiten zoals benoemd in artikel 2 vallen onder de regeling.

Cookie-instellingen