Interne organisatie bij participatie

Alle wijken van het gas af. Dat vergt een goede samenwerking tussen ‘binnen’ en ‘buiten’. Bewoners in een goed participatietraject betrekken is al een hele klus. Maar hoe sluit je die externe participatie-aanpak aan op de interne organisatie van je gemeente?

5 schuiven

Hoe sluit je participatie-aanpak aan op het wijkgericht werken? hoe verhoudt het zich tot interne afdelingen en hoe zijn die gepositioneerd? Om je eigen organisatie goed te leren kennen kun je gebruikmaken van de schuifoefening: met vijf schuiven breng je in kaart waar jouw organisatie staat op het gebied van wijkgericht werken. Je kunt ‘schuiven’ op positionering intern, proces met bewoners, proces binnen de gemeente, bestuur en politiek, en communicatie. Je kunt dit samen met je collega’s invullen en in gesprek gaan over verschillen tussen de huidige en beoogde situatie. En over de verschillen in ‘scores’ tussen collega’s onderling, want vaak komen ambtenaren binnen dezelfde gemeente uit op andere antwoorden. Er is geen ideale ‘schuif-stand’. De oefening verkent wat nodig is om wijkgericht werken beter te positioneren.

3 modellen

En kijk ook hoe de gemeente formeel is georganiseerd. Schets het gemeentelijke organigram en kijk dan in welk model dat past:

  • Sectorenmodel. Het sectorenmodel gaat uit van enkele hoofdsectoren die rechtstreeks rapporteren aan de gemeentesecretaris. Beleid en uitvoering zijn binnen een dienst gekoppeld aan elkaar en managers zijn integraal verantwoordelijk voor zowel de productie (output) van de dienst als het verkrijgen van de middelen (input). Den Bosch werkt met dit model. Het risico is dat dit model leidt tot verkokering of dat de gemeentesecretaris een soort doorgeefluik van de diensten aan het bestuur.
  • Directiemodel. Er is ook het directiemodel, waarbij de gemeentesecretaris aan het hoofd van de organisatie staat en samen met aantal directeuren verantwoordelijk is voor de integrale afwegingen.
  • Gekantelde model. En er is het gekantelde model met beleidsoverstijgende afdelingen die zijn ingericht naar de logica van de burger. Vaak is dat een platte organisatie met korte lijnen. Bij deze variant is de indeling naar beleidsterreinen volledig losgelaten en ook de sectorhoofdenlaag geschrapt.

Verschillen tussen modellen

Is wijk- of gebiedsgericht werken binnen een sector gepositioneerd? Dan moet je als ambtenaar meer moeite moet doen om ook de andere domeinen mee te krijgen. Dit is vaak het geval is bij een sectoren- of directiemodel. Bij een gekanteld model is het gebiedsgericht werken vaak onderdeel van algemene dienst waardoor er logischere verbinding is tussen alle domeinen of sectoren. En in het gekantelde model is er ook vaak een sterk gebiedsgericht team met redelijk zicht op de verschillende participatietrajecten in de buurt. 

Verbind participatietrajecten

Veel gemeenten benaderen de wijken nog vrij versnipperd. Dan weer voor de riolering, dan voor het groen, dan voor aardgasvrij. Uiteraard moet je niet binnen een jaar vijf keer de wijk in gaan met verschillende opgaves. Zoek de verbinding. Ga na welke participatietrajecten er lopen richting de wijken en zoek mogelijkheden om daarbij aan te sluiten. 

Wie gaat waar over?

Bij het overschakelen naar aardgasvrije woningen zijn inwoners volwaardige gesprekspartners. Zorg er daarom voor dat je je participatie-aanpak goed bespreekt en verankerd. Bijvoorbeeld in de participatieparagraaf in het wijkuitvoeringsplan, zodat inwoners - maar ook je collega’s - weten wie waar over gaat. Het helpt als als een programmanager aardgasvrij een expliciete opdracht krijgt om trajecten te koppelen en ook de gemeenteraad is  belangrijk. Die zet de kaders en checkt of het proces democratisch - transparant en inclusief - verloopt. Meenemen van de raadsleden is van groot belang, zeker als het burgers actief meewerken of meebeslissen. Want dan moet ook voor de raadsleden helder zijn waarover de inwoners moeten of mogen beslissen.

Mirjam Fokkema van Platform 31 vertelt in dit webinar over het aansluiten van de externe participatie-aanpak op de interne organisatie.

Meer informatie

  • Meer informatie over de gevolgen van de Omgevingswet voor bestaand beleid voor de fysieke leefomgeving vind je op Informatiepunt Leefomgeving
  • Meer informatie over de status van niet-strategisch beleid zonder wettelijke grondslag onder oud recht onder de Omgevingswet vind je ook op Informatiepunt Leefomgeving

Vragen?

Heb je meer vragen over de interne organisatie bij participatie? Neem dan contact op met onze helpdesk. Een van onze adviseurs helpt je graag verder.

 

Cookie-instellingen