Planproces aanwijsbevoegdheid inzetten

Wil je als gemeente de aanwijsbevoegdheid inzetten? Dan moet je een specifiek planproces doorlopen. Dit planproces ziet er vereenvoudigd als volgt uit: het start met een warmteprogramma, mogelijk een uitvoeringsplan en vervolgens de wijziging van het omgevingsplan. Met de wijziging van het omgevingsplan moet een meerderheid van de gemeenteraad instemmen. 

Warmteprogramma

Als gemeente beschik je al over een transitievisie warmte. Met het wetsvoorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) wordt deze transitievisie formeel vastgelegd als een 'warmteprogramma' onder de Omgevingswet. Waaraan een bestaande transitievisie warmte moet voldoen om deze over te kunnen laten gaan in een warmteprogramma, wordt vastgelegd in het overgangsrecht. Het warmteprogramma moet uiterlijk 31 december 2026 aan de eisen uit de Wgiw voldoen. Dat is ook het moment dat de warmteprogramma’s uiterlijk geactualiseerd moeten worden. Het warmteprogramma benoemt in ieder geval de locaties waar de gemeente in de komende periode overweegt haar aanwijsbevoegdheid in te zetten - en die dus aardgasvrij worden - en de beoogde datum om van het gas te gaan. 

Aanwijsbevoegdheid en Omgevingswet

De Omgevingswet gaat in per januari 2024, maar bevat op dat moment nog niet de aanwijsbevoegdheid. Dat gebeurt pas bij de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) en het Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Bgiw).

Uitvoeringsplan 

In het uitvoeringsplan concretiseer je als gemeente de plannen uit de transitievisie warmte of het warmteprogramma voor een dorpskern, wijk of buurt. Het uitvoeringsplan kan als een onderbouwing dienen van de wijziging van het omgevingsplan, die noodzakelijk is als je de aanwijsbevoegdheid wilt inzetten. Het is ook mogelijk om de onderbouwing van de wijziging van het omgevingsplan een andere vorm te geven dan een uitvoeringsplan.

Wijziging van het omgevingsplan

Het uitvoeringsplan kan een belangrijk onderdeel zijn van de onderbouwing van het besluit tot wijziging van het omgevingsplan. Onder de Omgevingswet heeft straks elke gemeente één omgevingsplan voor haar hele grondgebied, dat algemene regels voor de fysieke leefomgeving bevat. Dit omgevingsplan biedt ook ruimte voor het opnemen van regels over de warmtevoorziening in een gebied. De regels in het omgevingsplan zijn bindend voor iedereen. Van gemeente tot bewoners, ondernemers en andere gebouweigenaren in de gemeente. 

Gebruik je als gemeente je aanwijsbevoegdheid na inwerkingtreding van de Wgiw en het Bgiw? Dan worden in het omgevingsplan in elk geval regels opgenomen over het gekozen alternatief voor aardgas in een gebied en de datum waarop de levering van aardgas stopt.

Wijziging van omgevingsplan op basis van meer dan één uitvoeringsplan

Als gemeente kun je gelijktijdig aan meerdere uitvoeringsplannen werken, elk voor een ander gebied. Dat betekent dat je meerdere wijzigingen van het omgevingsplan onderbouwt in verschillende uitvoeringsplannen. Het is mogelijk om deze wijzigingen - en daarmee de besluitvorming - te bundelen. Dit betekent in de praktijk dat deze gebundelde wijzigingen één gemeentelijk besluitvormingstraject doorloopt. Dit vereist een nauwkeurige afstemming van de processen tussen de betrokken afdelingen binnen je gemeente.

Meer informatie

Vragen?

Heb je meer vragen over het uitvoeringsplan? Neem dan contact op met onze helpdesk. Een van onze adviseurs helpt je graag verder.
Cookie-instellingen